Digitaal samenwerken? Gebruik datastandaarden

Nieuws Nieuws · 22 november 2022
Expert
Ton Monasso
Manager Datastandaarden

‘Wij zorgen dat corporaties het kunnen, maar ze moeten het zelf doen.’ Aan het woord is Ton Monasso, die half oktober 2022 bij Aedes startte als manager van de nieuwe afdeling Datastandaarden. Hij vertelt hoe en waarmee de afdeling de komende maanden aan de slag gaat, en wat je eraan hebt als corporatie.

‘De corporatiesector is nieuw voor mij, maar ik heb wel veel ervaring met datastandaarden en informatie-uitwisseling. Met name in de zorg en het sociale domein. Dat het Aedes-congres in juni instemde met de komst van de nieuwe afdeling en met de financiering voor datastandaarden, geeft aan dat corporaties er echt mee aan de slag willen. En dat is naar mijn idee ook nodig. De zorg is bijvoorbeeld al een stapje verder.’

Wat heeft een corporatie aan datastandaarden?

‘Graag noem ik enkele concrete voorbeelden:

  1. Door datastandaarden kun je dingen doen, die je daarvoor niet kon. Het is bijvoorbeeld heel makkelijk als woningzoekenden digitaal op een veilige manier hun inkomensgegevens kunnen aanleveren bij inschrijven of reageren op een huis. Papieren rompslomp is dan niet meer nodig. Corporaties willen dat eigenlijk al heel lang, maar dat kan alleen als alle corporaties op dezelfde manier met de Belastingdienst ‘praten’. Dus dan heb je standaarden nodig. Want als je daarover geen afspraken maakt, komt het er gewoon niet.
  2. Een ander voordeel is dat je veel minder moeite hoeft te doen voor gegevensuitwisseling. Dat speelt bijvoorbeeld bij de verantwoordingsinformatie (dVI en dPI). Hoe beter die aansluit op de gegevens die corporaties dagelijks vastleggen, hoe makkelijker het is.
  3. Met datastandaarden heb je ook sneller allerlei inzichten over de sector, die je met elkaar kunt delen. De Aedes-benchmark kijkt terug. Maar de vraag is eigenlijk: hoe gaat het nu? Kun je die informatie makkelijk uit de systemen halen, dan is de vraag eenvoudig te beantwoorden. Omdat het nu veel werk is, doen we dat meestal niet.
  4. Als laatste voorbeeld wil ik de digitale informatie noemen die aannemers opslaan over gebouwen. Daarvoor zijn al standaarden. Nu is een deel van die informatie ook interessant voor corporaties. Bijvoorbeeld welke isolatie is gebruikt, of tegen welke norm een installatie is getest. Hoe makkelijk is het, wanneer corporaties over 20 jaar hierover een vraag krijgen, deze informatie met een druk op de knop beschikbaar is? Maar hiervoor moet je wel aansluiten op wat er in de bouw gebeurt. Wij moeten er daarom voor zorgen dat de informatie die relevant is voor corporaties, in die opgeslagen informatie is opgenomen. En ze tegelijkertijd niet worden overspoeld met data die niet van belang is.’

Waarmee gaan jullie aan de slag komend jaar?

‘We zijn met een aantal dingen tegelijk bezig. Ten eerste maken we een selectie van de projecten die we in 2023 oppakken. Dit doen we samen met een tactische werkgroep. Hierin zitten diverse managers en deskundigen uit de sector, die heel goed weten hoe het er in de dagelijkse praktijk van corporaties aan toe gaat. Een belangrijke selectie, want je kunt wel 30 dingen bedenken die we moeten doen. Maar we doen liever een paar dingen goed, dan veel dingen half. Die selectie loopt nu nog. Het is de bedoeling dat we deze selectie in het eerste kwartaal van 2023 laten vaststellen door het bestuur van Aedes, nadat een strategische klankbordgroep van bestuurders erover heeft geadviseerd.’

Lees verder onder de quote.

Kijk ook eens bij
Datastandaarden zijn alle afspraken om digitaal samen te werken.
Ton Monasso
Ton Monasso
Manager afdeling Datastandaarden

‘Daarnaast onderzoeken we of de standaarden die we willen er al zijn, en hoe softwareleveranciers en corporaties die gebruiken. Hierbij gaat het niet alleen om de techniek, want datastandaarden zijn alle afspraken om digitaal samen te werken. Bij de standaarden stellen we ons de vraag: ‘Is het een standaard die alle corporaties gaan gebruiken?’ Op die manier krijg je een set van standaarden voor de sector, die we gaan ondersteunen.’

‘Ten slotte bouwen we de afdeling op. Het is nu nog een kleine afdeling en we zoeken versterking. Als afdeling hanteren we een ontwikkelaanpak. Want er zijn 2 dingen die de hele tijd hand-in-hand gaan: nadenken over visie, strategie, concepten, maar ook dingen doen die van belang zijn. Die 2 gaan gelijk op. We gaan niet eerst een jaar studeren om dan met een groot plan te komen. We willen ontdekken, leren en bijstellen, het zogenoemde Agile werken.’

Hoe betrekken jullie corporaties erbij?

‘Allereerst natuurlijk via de tactische werkgroep van deskundige vertegenwoordigers uit de sector. Zij hebben allemaal een achterban, die hen van informatie voorziet. Daarnaast betrekken we corporaties bij de uitvoering van concrete projecten. Afhankelijk van het project kijk je wie daar het beste past. Voor verantwoordingsinformatie heb je andere personen nodig, dan wanneer je het over bouwinformatie hebt. In de concrete projecten wordt het verschil gemaakt, en dat is voor corporaties verreweg het belangrijkst. Het meeste werk zit in de uitvoering en dat moeten corporaties zelf doen. Ons adagium is dan ook: ‘Wij zorgen dat corporaties het kunnen, maar ze moeten het zelf doen’.