Huishoudens met een inkomen onder de grenzen voor passend toewijzen (€ 24.075 voor 1-persoonshuishoudens, € 23.975 voor 1-persoonsouderenhuishoudens, € 32.675 voor meerpersoonshuishoudens en € 32.550 voor meerpersoonsouderenhuishoudens) moeten sinds 1 januari 2016 in principe een woning toegewezen krijgen met een huur onder de zogenaamde aftoppingsgrenzen (€ 633,25 voor 1- en 2-persoonshuishoudens en € 678,66 voor 3- en meerpersoonshuishoudens). Corporaties zijn daartoe verplicht in ten minste 95% van de gevallen. Ze hebben een marge van 5% voor uitzonderingssituaties.
Deze passendheidsnorm is onderdeel van de Woningwet die op 1 juli 2015 inging. De regels gelden voor nieuwe huurcontracten voor woningen met een huur tot en met € 763,47 (liberalisatiegrens 2022). Overigens is de passendheidsnorm niet helemaal nieuw: in het verleden was een zelfde soort regeling van kracht. Die werd in 2008 afgeschaft.
Huishoudens krijgen zo een woning met een huur die aansluit bij hun inkomen. Het moet voorkomen dat huurders snel in betalingsproblemen komen en dat het bedrag dat het Rijk moet uitgeven aan huurtoeslag te hoog oploopt.
Daarvoor wordt dezelfde inkomenstoets gebruikt die ook geldt voor het toewijzen van sociale huurwoningen. Daarvoor verstrekt de Belastingdienst inkomensverklaringen, maar dit kan ook op basis van een bijstandsbewijs. Als het inkomen onder de huurtoeslaggrens ligt, moet een passende woning worden toegewezen. Bij het passend toewijzen wordt niet getoetst op het vermogen; het inkomen van inwonende kinderen telt niet mee.
Soms ontbreken de inkomensgegevens bij de Belastingdienst. Ook kan het actuele inkomen (flink) gedaald zijn ten opzichte van het inkomen dat bekend is bij de Belastingdienst. Dan kan het inkomen óók gecontroleerd worden aan de hand van bijvoorbeeld een loonstrookje of jaaropgave.
Bij sommige huishoudens is een inkomenstoets niet verplicht. Dit is het geval bij statushouders die uit een COA-voorziening komen en bij (buitenlandse) studenten (met een bewijs van inschrijving van de onderwijsinstelling). Aan deze huishoudens moet dan altijd een woning onder de aftoppingsgrens worden toegewezen. Voor jongeren geldt dat een woning onder de aftoppingsgrens passend is, ondanks dat zij maar huurtoeslag krijgen tot de kwaliteitskortingsgrens (€ 442,46 in 2022). Mensen met een zware zorgindicatie hebben en houden toegang tot de sociale huursector, ongeacht de hoogte van het inkomen. Wel vindt er een inkomenstoets plaats om te zorgen dat de lagere inkomens betaalbaar gehuisvest worden.
Daarnaast is er vanaf 2022 een uitzondering voor ouderen met vermogen. Een corporatie mag ook een woning toewijzen met een huur boven de aftoppingsgrens als het vermogen van een oudere hoger is dan € 118.479 (alleenstaanden, prijspeil 2021) of € 148.819 (meerpersoonshuishoudens, prijspeil 2021). Deze toewijzing telt dan in zijn geheel niet mee voor het passend toewijzen (en dus ook niet als een passende toewijzing voor de 95% passende toewijzingen die je moet halen als corporatie). NB: In een eerdere versie van dit bericht stond vermeld dat de toewijzing kan worden gezien als ‘passend’ en dus meetelt voor de 95%. Dat bleek een fout en is dus niet het geval. In de praktijk blijkt namelijk dat er een specifieke groep ouderen is die - gezien hun woonwensen en mogelijke toekomstige zorgbehoefte - een iets duurdere huurwoning in de DAEB-tak kan en wil betalen dan waarvoor zij op basis van hun inkomen in aanmerking komen.
Toetsing van het vermogen gaat op basis van de meest recente definitieve aanslag inkomstenbelasting. Als deze niet toereikend blijkt door een wijziging van het vermogen (bijvoorbeeld bij de (aanstaande) verkoop van een woning), kunnen andere bewijsstukken volstaan. Denk aan (een combinatie van) een recent bankafschrift, de akte van verkoop van de eigen woning (voor zover van toepassing) of de aanslag van de WOZ-waarde van de woning. Zie hiervoor bijlage 4 van het BTIV. Omdat andere zaken (bijv. openstaande hypotheek) niet worden genoemd is de check van die zaken ook niet nodig vereist. Uiteraard kun je er als corporatie wel voor kiezen om deze documenten op te vragen bij de kandidaat-huurder, om goed af te kunnen wegen of de huur ook past bij het vermogen van de kandidaat-huurder. Ook zou je de toewijzing voorwaardelijk kunnen maken aan het daadwerkelijk wijzigen van het vermogen (bijvoorbeeld aan het daadwerkelijk verkopen van de woning).
Let op: alléén als een oudere zelf een verzoek indient om een duurdere woning te huren - bijvoorbeeld omdat die woning zorgvoorzieningen heeft - mag je als corporatie het vermogen toetsen en afwijken van de normale regels. Alléén bij zo’n verzoek mag je het vermogen te toetsen. Dat hoeft niet bij alle andere toewijzingen.
Een aantal corporaties regelt dat huishoudens die passend moeten worden toegewezen automatisch voorrang krijgen op de goedkoopste woningen. Ook verlagen een aantal corporaties de huren van woningen om zo voldoende woningen beschikbaar te hebben voor deze doelgroep. Verder zijn er corporaties die de huur tot de aftoppingsgrens verlagen van sommige woningen als daar een huurtoeslaggerechtigde op reageert.
Veel corporaties informeren huurders via bewonersmagazines of via hun website, bijvoorbeeld met een overzicht van vragen en antwoorden. Andere corporaties gebruiken visuele vormen van communicatie. Woonbedrijf maakte bijvoorbeeld een infographic die alle corporaties mogen gebruiken voor hun eigen bewonerscommunicatie.