Politiek

Provinciale staten en sociale huisvesting

Expert
Richard Bos
Senior lobbyist

Provincies krijgen weer een grotere rol in het woonbeleid. Dit wordt geformaliseerd in de nieuwe Wet Regie op de Volkshuisvesting en in de Omgevingswet. Landelijk woonbeleid wordt dan voortaan vertaald in woonprogramma’s op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Het is de bedoeling dat het vanaf 2024 zo werkt.


 

900.000 woningen in 27 regionale woondeals

In de praktijk zien we de rol van de provincie nu al belangrijker worden. Bijvoorbeeld bij de concretisering van de woningbouwplannen voor het hele land. Het kabinet heeft de ambitie om 900.000 nieuwe woningen te laten bouwen in de jaren tot en met 2030, waarvan twee-derde sociale huur. Een flinke uitdaging voor de woningcorporaties.

De Nationale Prestatieafspraken Woningcorporaties kent naast de grote (nieuw)bouwopgave, nog meer thema's waarover we afspraken hebben gemaakt. En wat de rol van de provincies hierbij is, kan je hieronder lezen. 

 

Voldoende sociale huurwoningen in iedere provincie

Regie op woningbouw in de provincie
In iedere provincie wordt het woningbouwprogramma geconcretiseerd in regionale woondeals. Overal ligt een bouwprogramma met de woningen die gebouwd moeten worden, verdeeld naar sociale huurwoningen, middenhuurwoningen, koopwoningen, gezinswoningen en appartementen, tijdelijke woningen, ouderenwoningen en woon-zorgvormen. 

De provincie krijgt een belangrijke rol om te bewaken dat dit woningbouwprogramma uitgevoerd wordt. Provincies en gemeenten kunnen zorgen voor een zo vlot mogelijk verloop van procedures, toetsing en het verlenen van vergunningen. De provincie kan projecten verder helpen met financiële steun, maar ook met kennis en ondersteuning en bestuurlijke inzet. Bij sommige provincies is daarvoor een versnellingsteam gestart. En als de uitvoering achterblijft op de plannen mogen provincies niet terugdeinzen het gesprek met gemeenten aan te gaan.

Bouwlocaties, ook voor woningcorporaties
Het woningbouwprogramma bevat ook de huurwoningen die woningcorporaties gaan bouwen. Zij kampen echter met een groot tekort aan betaalbare bouwlocaties. Het is dus nodig dat gemeenten en provincies corporaties daar concreet aan helpen, ook voor tijdelijke woningen. Dat betekent grond verkopen aan corporaties en grond van derden ook bestemmen voor sociale woningbouw.

Zorg voor échte sociale huurwoningen
Gemeenten hebben de opdracht om toe te werken naar een aandeel van 30% sociale huurwoningen in de woningvoorraad. Dan moet natuurlijk wel bewaakt worden dat huizen niet alleen gebouwd worden, maar ook daadwerkelijk worden toegewezen aan de doelgroep. En dat ze op langere termijn voor hen beschikbaar blijven. 

Dat is niet vanzelfsprekend: private partijen die sociale huurwoningen realiseren, zijn niet gebonden aan de regels voor woningtoewijzing. En vaak hevelen ze de woningen na een paar jaar over naar de vrije huursector of de woningen worden verkocht. Echte sociale huur gaat echter om meer dan de huurprijs. Er komt een nieuwe definitie van sociale huur, maar provincies en gemeenten kunnen nu al sturen op échte sociale huur. Alleen dan kunnen ook mensen met een kleine portemonnee goed en betaalbaar wonen.  

Huurwoningen voor middeninkomens
Woningzoekenden die te veel verdienen voor een sociale huurwoning en te weinig voor een koopwoning zijn aangewezen op middenhuur. Er zijn echter te weinig huurwoningen van rond € 800 tot € 1.100 per maand. Woningcorporaties gaan de komende jaren daarom meer van deze middenhuurwoningen bouwen. Het geeft tegelijkertijd mogelijkheden om wijken met verschillende woningtypen te ontwikkelen en het stimuleert doorstroming. Provincies en gemeenten dienen deze middenhuurwoningen in hun woningbouwplanning op te nemen, zodat onder meer politieagenten en onderwijzers weer op redelijke afstand van hun werk kunnen wonen. 

Ruimte voor tijdelijke woningen
Corporaties gaan de komende jaren ook een flink aantal flexwoningen bouwen. De nieuwe flexwoningen zijn al lang geen sobere containerwoningen meer, maar moderne, comfortabele en energiezuinige huizen, verplaatsbaar en in allerlei varianten. Ze blijken zeer geschikt om spoedzoekers en andere woningzoekenden op korte termijn te helpen aan een (tijdelijke) woning. Dat kan alleen als lokale overheden meewerken om locaties ter beschikking te stellen, die geschikt zijn om tijdelijke woningen neer te zetten. De praktijk laat inmiddels zien dat er veel meer mogelijkheden zijn, dan eerder voor mogelijk werd gehouden.

Werk mee aan lokale aanpakken
Er ontstaat betere afstemming tussen Rijk, provincie en gemeenten op het gebied van wonen en ruimtelijke ordening. De provincie heeft weer een grotere rol bij de planning van wonigbouw en de concretisering in regionale woondeals. Elke regio kent eigen uitdagingen in de volkshuisvesting en heeft een aparte aanpak nodig. Het werkt het beste als woningcorporaties en marktpartijen al bij het maken van de plannen betrokken worden. Zo kunnen we samen inwoners van nu én de toekomst comfortabel in steden, dorpen en buurten laten wonen.

Woningcorporaties en gemeenten werken op veel plaatsen steeds intensiever samen, waarbij ze de vraag en opgaven van de regio als uitgangspunt nemen. De praktijk laat zien dat we zo meer voor elkaar krijgen. Zo kunnen huizen sneller, goedkoper en duurzamer geproduceerd worden door standaardisatie en industrialisatie zonder dat de verscheidenheid in het geding komt. Waar de productie achterblijft, kunnen provincies sturen en aanjagen, zodat in alle regio’s en gemeenten gewerkt wordt aan goed en betaalbaar wonen.

Kijk ook eens bij

Betaalbare huur voor iedereen

Gematigd huurbeleid
Het is en blijft voor corporaties een kerndoelstelling om hun huren betaalbaar te houden voor hun huurders. Corporaties hebben de afgelopen jaren in Sociale Huurakkoorden afspraken gemaakt met de Woonbond (landelijke vertegenwoordiging huurders) over gematigde huurontwikkeling.

Inmiddels zijn in de Nationale Prestatieafspraken Woningcorporaties afspraken vastgelegd over het huurprijsbeleid voor de komende jaren. De huren van sociale huurwoningen stijgen de komende 3 jaar gemiddeld 0,5% minder hard dan de cao-lonen. Dat komt in plaats van eerdere afspraken over koppeling aan de inflatie. Gezien de huidige inflatie zou dat immers tot forse huurverhogingen leiden. 

Daarnaast krijgen de huishoudens met de laagste inkomens (tot 120% van het sociaal minimum) in 2023 een eenmalige huurverlaging. Als hun huur hoger is, gaat die omlaag naar € 575 euro. Dat betekent dat ruim een half miljoen huurders een huurverlaging krijgt van gemiddeld € 57.

En individueel maatwerk
Daarnaast kunnen corporaties huurders met betalingsproblemen individueel helpen met maatwerkregelingen, al dan niet tijdelijk. Daarover kunnen ze regelingen vastleggen in de jaarlijkse prestatieafspraken met gemeenten en huurdersorganisaties. Corporaties nemen snel contact op met huurders als zij betalingsproblemen vermoeden, zodat oplopende betalingsachterstanden voorkomen worden. Ze werken samen met gemeenten en soms ook met provincies aan signalering en schuldhulpverlening.

Geen afbraak huurtoeslag
De huur bij woningcorporaties is gemiddeld 70% van de huur die ze maximaal kunnen vragen volgens het puntenstelsel (het WWS: woningwaarderingsstelsel). Zo dragen corporaties er stevig aan bij dat huishoudens met een kleine portemonnee betaalbaar kunnen wonen. Ondanks dat hebben nog veel huishoudens moeite om rond te kunnen komen. Daarom ontvangen zij huurtoeslag. Die wordt algemeen beschouwd als een goed werkende en effectieve maatregel. De Rijksoverheid zorgt zo dat ook deze huishoudens betaalbaar wonen. 

Het kabinet heeft echter een voorstel gedaan om de huurtoeslag zodanig aan te passen dat ruim 900.000 huurders erop achteruitgaan (bron: Nibud-rapport). Veel meer gezinnen komen dan onder het bestaansminimum. Het is voor corporaties ondenkbaar dat dit voorstel doorgaat. We roepen ook provincies op zich tegen dit voorstel te verzetten, in het belang van hun inwoners met de laagste inkomens die het al zo moeilijk hebben.
 

Verduurzaming van de woningvoorraad

Regie op energietransitie
Alle overheden hebben een rol in de verduurzaming van de woningvoorraad op basis van het Klimaatakkoord. Dat verloopt via de regionale energiestrategieën, naar de transitievisies warmte en vervolgens naar de uitvoeringsplannen per gemeente. 

Woningcorporaties werken graag samen met provincie en gemeenten om zo effectief mogelijk aan de slag te kunnen. Welke warmteoplossing kiezen we waar? Wat is de beste fasering? Zo kunnen corporaties hun Routekaart voor de transitie van de woningvoorraad concretiseren en hun investeringen plannen. We gaan graag in gesprek over samenwerking en realistische planning.

Verduurzaming door corporaties
Corporaties lopen voorop in het verduurzamen van woningen, daar zijn we al jaren mee bezig. We maakten landelijk afspraken om 675.0000 woningen extra te isoleren (zonder huurverhoging voor bewoners) en om 450.000 bestaande corporatiewoningen aardgasvrij te maken. Dat zijn plannen tot en met 2030. Ook gaan we de komende jaren woningen met een E, F of G-label aanpakken. We investeren € 1,5 miljard extra in woningverbetering. Corporaties gaan graag in gesprek met provincies en gemeenten over het uitvoeren van deze afspraken. 

Stel geen extra eisen aan nieuwbouw 
Bovenwettelijke duurzaamheidseisen aan nieuwbouw, bijvoorbeeld voor de isolatiewaarde of natuurinclusief bouwen, maken het meestal niet makkelijker. De wettelijke eisen zijn al streng en de meerwaarde van lokale of regionale vereisten zijn marginaal. Die extra eisen kosten in verhouding wel veel extra geld en ze remmen het tempo. We pleiten ervoor dit soort regels achterwege te laten.

Kijk ook eens bij

Leefbare wijken waarin mensen zich thuisvoelen

Leefbare en veerkrachtige wijken
Wonen, zorg, welzijn, veiligheid en de fysieke leefomgeving zijn onlosmakelijk met elkaar en met leefbaarheid verbonden. Mensen krijgen meer perspectief als ze in een omgeving wonen met een goede sociale en fysieke infrastructuur, waaraan ze zelf een bijdrage kunnen leveren. Het is aan overheden en hun partners daarvoor de best mogelijke voorwaarden te scheppen.

Te veel kwetsbare wijken
Helaas staat de leefbaarheid in steeds meer wijken onder druk. Kwetsbare inwoners komen te vaak in dezelfde wijken terecht, waarbij niet altijd de juiste zorg en begeleiding voorhanden is. Deze achterstandswijken verdienen extra aandacht. Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) is het programma Een thuis voor Iedereen gestart om de huisvesting en ondersteuning van aandachtsgroepen te verbeteren. Een brede coalitie werkt daarin samen, waaronder via het IPO, de provincies. Vanaf 2024 worden regionaal afgestemde woonzorgvisies verplicht. Ook corporaties leveren een bijdrage aan deze doelstellingen. 

Provincies kunnen bovendien in hun veiligheidsregio’s een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van criminele ondermijning. Daarvoor is een bredere aanpak nodig dan alleen vanuit gemeenten.

Gegevensdeling waar dat nodig is
De landelijke regels over bescherming van persoonsgegevens, maken het lastig om bewoners die extra aandacht nodig hebben, adequaat en snel te helpen. We pleiten voor het makkelijker delen van gegevens over bewoners tussen partijen in de wijk.

Provincie als regisseur
Veel opgaven vragen om samenwerking tussen gemeenten en regio’s en tussen de portefeuilles Wonen en Zorg. Zo neemt bijvoorbeeld  de vraag naar nieuwe vormen van ouderenhuisvesting toe. Een actieve regierol van de provincie kan helpen bij de realisatie.