Verlaging en afschaffing verhuurderheffing leidt tot landelijke prestatieafspraken
Aedes en toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Ollongren hebben eind 2021 bestuurlijke afspraken gemaakt over wat woningcorporaties de komende jaren als gevolg van de verlaging van de heffing met 500 miljoen kunnen doen aan met name woningbouw, verduurzaming en woningverbetering.
Eenzelfde werkwijze wordt gevolgd rondom het volledig afschaffen van de verhuurderheffing met ingang van 2023. Huidig minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening, De Jonge overlegt de komende periode met Aedes over de te maken afspraken, waarbij ook de Woonbond, VNG en IPO zijn betrokken. De minister is voornemers om tot het najaar de tijd te nemen om te kijken wat dit zal betekenen op regionaal, specifiek provinciaal, niveau. In die periode zullen we ook intensiever het gesprek aan moeten gaan over wat dit betekent voor corporaties, met name in relatie tot de prestatieafspraken.
Corporaties wijzen er wel op dat er veel samenwerking nodig is met andere partijen om die afspraken waar te kunnen maken. Zo moeten gemeenten voldoende bouwlocaties beschikbaar stellen en versneld vergunningen verlenen.
Lobby voor juiste fiscale behandeling corporaties
Aedes is van mening dat fiscale maatregelen op het gebied van de woningmarkt aan moeten sluiten op de doelen die de sector nastreeft. De afgelopen jaren kreeg de sector te maken met veel maatregelen die een prijsopdrijvend effect hebben en corporaties hebben weggehouden bij hun kerntaak. Daarom was (is) Aedes vanaf de invoering in 2013 fervent tegenstander van de verhuurderheffing.
De lobby is intensief samen gevoerd met de Woonbond en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Aedes vond vervolgens bredere steun bij allerlei maatschappelijke organisaties. Dat is terug te zien in de Actieagenda Wonen die Aedes met 33 partners heeft opgesteld. Het afschaffen van de verhuurderheffing maakt daar deel van uit.
Het verzet tegen de verhuurderheffing is steeds onderdeel geweest van de inzet van Aedes voor een juiste fiscale behandeling van woningcorporaties, passend bij hun status van maatschappelijke ondernemingen zonder winstoogmerk.