Update: Eerste Kamer schaft marktverkenning af

Nieuws Nieuws · 14 november 2023
Expert
Richard Bos
Senior lobbyist

Vandaag heeft ook de Eerste Kamer ingestemd de marktverkenning bij middenhuur helemaal af te schaffen. Dit maakt het voor corporaties makkelijker om middenhuur te realiseren. Per 1 januari 2024 is de marktverkenning bij de nieuwbouw van middenhuur dan definitief van de baan. De Tweede Kamer had op 24 oktober al ingestemd met afschaffing.

Marktverkenning afschaffen, meer middenhuur door corporaties

Het afschaffen van de marktverkenning geeft woningcorporaties de zekerheid dat zij de niet-DAEB-opgave kunnen oppakken. Dit kabinet had de marktverkenning al opgeschort met enkele jaren, maar dat geeft corporaties nog onvoldoende langjarige zekerheid. Aedes heeft daarom steeds ingezet op afschaffing ervan.

Op 24 oktober 2023 ging de Tweede Kamer al akkoord met afschaffing van de marktverkenning. Waarna Aedes inzette op snelle besluitvorming in de Eerste Kamer zodat de afschaffing per 1 januari 2024 in werking kon treden.

Begroting wonen - berichtgeving 24 oktober

De Tweede Kamer stemde op 24 oktober ook over een groot aantal moties dat was ingediend bij de woonbegroting voor 2024. Diverse amendementen en moties die de huren wilden laten verlagen, bevriezen of beperken haalden geen meerderheid. Met name de stemming over een motie van Kamerlid Nijboer, die bepleitte dat de maximale huurverhoging gekoppeld moest worden aan het laagste niveau van inflatie of loonontwikkeling, was spannend maar ook die behaalde geen meerderheid.

Enkele aangenomen amendementen leiden tot verschuiving van budgetten op de BZK begroting. Zo kiest de Kamer voor een Nationaal doorbouwgarantiefonds, voor een ophoging van het Fonds Betaalbare Koopwoningen (€ 30 miljoen extra), voor een studentenwoningenstartbouwimpuls (€ 20 miljoen) en voor aanvullende stimuleringsmiddelen (€ 30 miljoen extra) voor woningcoöperaties. Met die laatste € 30 miljoen, kan– gezamenlijk met private financiers – gekomen worden tot een succesvol revolverend ondersteuningsfonds voor wooncoöperaties.

Met het doorbouwgarantiefonds komt € 175 miljoen beschikbaar om bouwprojecten die nu niet van de grond komen omdat er niet genoeg woningen verkocht zijn, toch kunnen doorgaan. Met het fonds wordt een stichting opgericht die een afnamegarantie afgeeft voor de koopwoningen die op het moment van oplevering niet zijn verkocht. Door deze afnamegarantie heeft de ontwikkelaar de zekerheid dat deze koopwoningen bij start bouw zijn verkocht. 

Met de studentenwoningenstartbouwimpuls komt € 20 miljoen beschikbaar voor projecten die planologisch ver genoeg zijn om uiterlijk in 2024/2025 te starten met bouwen, maar waarbij door de veranderde economische omstandigheden de business case niet meer uit komt. Projecten met (een deel) onzelfstandige studentenwoningen krijgen voorrang bij aanvraag van de studentenwoningenstartbouwimpuls.

Aangenomen moties

Een motie van D66, VVD en CU pleitte voor een omslag naar veel meer sturen op écht betaalbare woningen voor starters en middeninkomens. En om als voorwaarde van bouwsubsidies, impulsen en woonafspraken te waarborgen dat een aanzienlijk deel van de op te leveren woningen een verkoopprijs heeft lager dan € 250.000, waar nu nog een grens van € 355.000 als betaalbaar wordt aangemerkt. De meeste starters kunnen dit überhaupt niet financieren, zo geven de indieners aan. 

Het CDA vroeg in een motie om onderzoek te doen naar een tijdelijke verlaging van het Btw-tarief voor de bouw van sociale en middeldure koop- en huurwoningen. D66 wil hamsterhuurkoop door woningcorporaties mogelijk maken, waarbij huurders door middel van het betalen van de huur tegelijkertijd kunnen aflossen op de koopsom van de woning waardoor ze op termijn die woning kunnen kopen en de sociale cohesie in wijken en buurten in stand blijft. Een motie van PvdA om alsnog een tochtkorting in te voeren kreeg ook een meerderheid.

Tenslotte nam de Kamer ook moties aan over het instellen van een huurregister (voor gemeenten) om op te kunnen treden tegen malafide verhuurders en huisjesmelkers, over aanpassen van het Drinkwaterbesluit zodat niet alleen op het dak opgevangen regenwater kan worden gebruikt als huishoudwater en over het ondersteunen van gemeenten bij het opstellen van de pre-soortenmanagementplannen om de isolatieopgave doorgang te kunnen laten vinden. 

Huurbescherming weeskinderen

Ook stemde de Kamer unaniem in met het initiatiefwetsvoorstel van de leden Koerhuis (VVD), Van der Plas (BBB), Grinwis (CU) en Westerveld (GL) voor huurbescherming van weeskinderen. Hiermee krijgen jongvolwassenen die hun ouders verloren zijn en wonen in een corporatiewoning het recht om in de ouderlijke woning te blijven wonen tot en met hun 27e levensjaar. Woningcorporaties worden met deze wet verplicht om de jongvolwassen kort na het overlijden van de ouder te informeren over de toekomstige woonsituatie en het huurcontract te verlengen tot en met het 27ste levensjaar.

Voor ouderloze jongeren van 16 tot en met 22 jaar wordt de huur verlaagd naar de huurtoeslaggrens. Ook voorziet het voorstel in een tijdelijke huurverlaging voor ouderloze jongvolwassenen in de leeftijd van 23 tot en met 27 jaar die wat draagkracht betreft in aanmerking komen voor huurtoeslag. Om te voorkomen dat de jongvolwassene vanaf het 28ste levensjaar op straat beland, kan de woningcorporatie de huur van het weeskind vanaf het 28ste levensjaar alleen opzeggen als blijkt dat de jongvolwassene een vervangende passende huurwoning voor onbepaalde tijd kan krijgen.

Bij de stemming werd een motie aangenomen die het kabinet opdraagt om deze huurbescherming in het Burgerlijk Wetboek ook uit te werken voor jongvolwassen wezen die wonen bij andere (particuliere) verhuurders, zodat er geen rechtsongelijkheid zal bestaan en alle verhuurders hieraan moeten voldoen.