Bouwstroom Noord: corporaties en bouwers werken samen als collega’s

Nieuws Nieuws · 20 februari 2023
Expert
Maarten Georgius
Adviseur opdrachtgeverschap

In Bouwstroom Noord werken 5 corporaties en 2 bouwbedrijven samen in verschillende projecten. Wat begon als een manier om kosten te besparen wordt nu steeds meer een goed geolied proces waarin de verschillende partijen nauw samenwerken, bijna alsof ze collega’s zijn.

In een bouwstroom legt een corporatie of groep corporaties doorgaans de vraag neer bij de markt. Wat nodig is, bepalen de corporaties, de markt doet vervolgens voorstellen voor hoe aan die vraag kan worden voldaan. ‘Wij hebben dat gezamenlijk met marktpartijen opgepakt’, vertelt Leon Vries, manager Vastgoed bij Woonservice. ‘Geen u-vraagt-wij-draaien, maar als gelijkwaardige partners optrekken. Dat betekent dat we alle kennis en ervaring met elkaar delen. Ons leerproces gaat daardoor zo’n 5 keer sneller dan wanneer we op eigen houtje zouden werken.’ Behalve van elkaar leren, optimaliseren de corporaties én bouwbedrijven hun processen met de leerpunten uit de verschillende projecten. 

Bouwstroom ook voor kleine aantallen

In de Noordelijke provincies is de vraag heel anders dan in bijvoorbeeld de Randstad. Het gaat vaak om kleinere aantallen woningen. ‘Door de vraag van verschillende corporaties te bundelen en de planning af te stemmen met de bouwbedrijven, bieden we continuïteit. Zo kunnen we concurreren op prijs, ondanks de kleine aantallen die we nodig hebben’, vertelt Vries.

In Leek zijn in september 2022 de eerste woningen opgeleverd: 12 nul-op-de-meterwoningen. Simon Vreeling, projectontwikkelaar bij Wold en Waard: ‘Dit waren woningen voor 1- en 2-persoonshuishoudens. Daar is nu veel behoefte aan. Maar binnen de bouwstroom hebben we verschillende typen woningen, ook voor gezinnen en senioren.’

Gemeenten als partners in bouwstroom

Voor de betrokken corporaties betekent werken in een bouwstroom, naast productinnovatie, vooral procesinnovatie. Vreeling: ‘We betrekken de bouwbedrijven al in een vroeg stadium. Zodra er een initiatief ligt, bespreken we met elkaar wat voor woningen we willen, aan welke prijs we denken. Zo kom je snel tot een concreet plan en kun je in gesprek met de gemeente.’ Die gemeenten willen de partners van Bouwstroom Noord graag meenemen in het samenwerkingsverband, zodat ze eerder bij elkaar aan tafel komen. Vreeling: ‘We hebben uiteindelijk hetzelfde doel. En we zien dat gemeenten er nu ook wel aan toe zijn. Overal spelen capaciteitsproblemen, ook bij hen. Door het proces te stroomlijnen en te versoepelen, kun je die problemen niet oplossen, maar wel verzachten.’

Anders werken noodzakelijk

De nauwe samenwerking tussen corporaties onderling en met de bouwbedrijven vraagt om openheid. ‘En af en toe moet je over je eigen schaduw heenstappen en je eigen paradepaardjes loslaten’, merkt Vries op. ‘Dat is soms best wennen, maar uiteindelijk dien je daarmee het gezamenlijke doel, namelijk goede, betaalbare woningen voor onze huurders.’          

Willen we als sector aan onze opgave kunnen voldoen, dan kunnen we eigenlijk niet anders dan samenwerken in bouwstromen, meent Vries. ‘Met de bouwstroom hebben we nu een instrument waarmee we de uitdagingen het hoofd kunnen bieden’, vult Vreeling aan. ‘Je kijkt met elkaar op welke zaken je invloed kunt uitoefenen. Met de frisse blik van een ander blijkt dat soms meer te zijn, dan je aanvankelijk dacht.’

Dat die samenwerking nog niet altijd vanzelfsprekend is, ziet zowel Vreeling als Vries op momenten dat er wrijving ontstaat: ‘Dan is er het risico terug te schieten in de oude rol van opdrachtgever en opdrachtnemer. Terwijl je juist in zulke situaties als gelijkwaardige partners met elkaar in gesprek moet blijven om tot een oplossing te komen die ook echt werkt. Dat is en blijft een aandachtspunt.’