Geschiedenis woningcorporaties

Kabinetsreactie op het eindrapport parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties

De meeste aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties sluiten aan op de kabinetsplannen voor het corporatiestelsel. Het kabinet wil het werkdomein van woningcorporaties echter niet zo ver inperken als de commissie voor ogen heeft.

Dat schrijft minister Blok (Wonen en Rijksdienst) in een reactie op het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie. Het kabinet geeft daarin van elk van de 18 aanbevelingen aan in hoeverre deze aansluit op het wetsvoorstel voor de herziening van de Woningwet.

Cultuuromslag

Het kabinet ‘omarmt’ de aanbevelingen van de commissie om huurders meer zeggenschap te geven, schrijft minister Blok. Ook is het kabinet het met de commissie eens dat er een cultuuromslag nodig is, waardoor de corporatiesector zich weer volledig richt op zijn kerntaken. ‘Het kabinet ziet inmiddels de eerste goede tekenen op dat vlak.’ Volgens de minister richt het overgrote deel van de woningcorporaties zich op datgene waarvoor zij in het leven zijn geroepen: de huisvesting van mensen die daar niet zelf in kunnen voorzien.

Niet-DAEB

Op een aantal punten wijkt de visie van het kabinet af van de aanbevelingen van de enquêtecommissie. Zo wil de enquêtecommissie dat woningcorporaties helemaal geen ‘niet-DAEB’-activiteiten meer mogen doen, zoals bijvoorbeeld het realiseren van een gemengde wijk. Het kabinet wil die mogelijkheid echter niet volledig uitsluiten, schrijft de minister: ‘Het kan immers zijn dat een gemeente bepaalde niet-DAEB activiteiten noodzakelijk vindt maar dat marktpartijen niet geïnteresseerd zijn. In dat geval moet het volgens het kabinet mogelijk blijven dat toegelaten instellingen deze activiteiten op zich nemen.’

Extern toezicht

De enquêtecommissie stelt voor om het extern toezicht op woningcorporaties onder te brengen in een nieuw op te richten Woonautoriteit. Volgens het kabinet betekent dat een te grote beperking van de ministeriële verantwoordelijkheid.