EPV voor nul-op-de-meter-woningen
Door slim gebruik te maken van energiebesparende en energieopwekkende voorzieningen, is het netto energiegebruik van een woning tot nul te reduceren. Zo’n woning heet een NOM-woning. Doordat de woning zelf energie opwekt, is de rekening van het energiebedrijf lager. Huurders betalen in plaats hiervan een EPV.
Hoogte EPV
Uitgangspunt van de EPV is dat de maandelijkse woonlasten voor huurders niet of nauwelijks stijgen. De maximale EPV die corporaties mogen vragen, hangt af van de manier van verwarmen en de warmtevraag. Er zijn drie mogelijkheden:
- Woningen met elektrische voorzieningen: 1,04 euro tot 1,45 euro per m2
- Woningen met een aansluiting op het aardgasnet: 0,62 euro tot 1,19 euro per m2
- Woningen met een aansluiting op een warmtenet: 0,05 euro tot maximaal 0,72 euro per m2

Wanneer mag u een EPV vragen?
Corporaties kunnen een EPV vragen voor een woning als:
- De warmtevraag minder dan 50 kWh/m2 is
- De woning genoeg duurzame energie opwekt voor het verwarmen en de vaste woonhuisinstallaties
- Er 26 kWh/m2 opgewekt wordt voor het elektriciteitsverbruik van huishoudelijke apparaten
- Er 15 kWh/m2 opgewekt wordt voor het verbruik van warm water
Beperking maximale huurprijs
Een zeer energiezuinige woning heeft ook een gunstige Energie-Index. Dit leidt tot een hoge maximale huur. Het aantal punten van de Energie-Index in het woningwaarderingsstelsel is begrensd, om te voorkomen dat een huurder zowel een hoge huur als de EPV betaalt. Voor eengezinswoningen ligt de grens op 32 punten, voor meergezinswoningen op 28 punten. Dat is gelijk aan een woning met een Energie-Index van 1,21-1,40, of energielabel B.