Investeren versus profiteren
Wanneer een corporatie huurwoningen energiezuiniger maakt, krijgt de huurder een comfortabelere woning en een lagere energierekening. Het is een split incentive: de corporatie investeert, de huurder profiteert. Om verduurzaming betaalbaar te houden vragen veel corporaties daarom een vergoeding aan de huurder.
Woonlasten blijven gelijk
In de Nationale Prestatieafspraken is opgenomen hoeveel huurders maximaal bijdragen aan verduurzaming. Uitgangspunt daarbij is dat de hogere huur die corporaties bij zittende huurders vragen na verduurzaming, niet hoger is dan de besparing op de energierekening. Daarnaast vragen corporaties geen extra huurverhoging als ze een woning van een zittende huurder isoleren.
Verwachte besparing berekenen
Energiebesparende maatregelen doen het energieverbruik dalen. Een woning krijgt betere vloer-, dak- of gevelisolatie en zuinigere installaties. Met speciaal ontwikkelde software kunnen corporaties berekenen hoeveel energie hun huurders daarmee besparen. Deze software gaat uit van het werkelijke energieverbruik.
Corporaties kunnen ook de Handreiking Menukaart voor huurverhoging bij verduurzaming installaties van Aedes en de Woonbond gebruiken. Deze menukaart laat zien hoeveel een huurder gemiddeld bespaart op zijn energierekening bij verschillende duurzame installaties.
Ook is er de Vergoedingentabel voor duurzaamheidsinvesteringen bij nieuwe verhuringen. Deze is gebaseerd op de ‘oude’ vergoedingentabel uit het Sociaal Huurakkoord van vóór de Nationale Prestatieafspraken. Omdat hierbij ook de besparing als gevolg van isolatie is meegenomen, kan deze alleen worden gebruikt voor nieuwe verhuringen.