Het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) , Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), branchevereniging Aedes en woningcorporatie Vestia ondertekenden op 30 juni 2021 een akkoord waarin ze het vertrouwen uitspreken dat het voorstel om de financiële problemen van Vestia structureel op te lossen uitgevoerd kan worden. Toezichthouder Autoriteit woningcorporaties (Aw) sluit zich in een brief daarbij aan. Het akkoord is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat Vestia haar taken voor huurders en gemeenten waar kan maken.
Voortgang plan Vestia
- Inmiddels liet 94 procent van de woningcorporaties die lid zijn van Aedes weten financieel bij te dragen aan de oplossing. Ook 8 corporaties die geen lid zijn van Aedes doen mee. Alle 249 corporaties doen dat door leningen te ruilen met Vestia, waardoor de rentelast van Vestia jaarlijks 28 miljoen euro daalt.
- Regisseur leningenruil Marc Eggermont deed al veel voorbereidend werk, alles staat in de steigers om de leningenruil voor het eind van het jaar te regelen.
- De leningenruil kan uitgevoerd worden zonder negatieve fiscale consequenties voor Vestia en de deelnemende corporaties. Dat kan als de leningenruil nog in 2021 wordt gerealiseerd. De Belastingdienst heeft daarmee ingestemd.
- Vestia werkt aan het plan voor de splitsing in 3 corporaties die zelfstandig aan alle eisen kunnen voldoen. De planning is dat de drie nieuwe corporaties op 1 januari 2023 van start gaan in Rotterdam, Den Haag en Delft/Zoetermeer. Vestia stemt de uitwerking af met gemeenten, huurdersorganisaties en haar Ondernemingsraad.
- Door de combinatie van de splitsing van Vestia en de leningenruil met andere corporaties vermindert het risico van het borgstelsel voor de sector aanmerkelijk. WSW en Vestia hebben afspraken gemaakt over het verkoopbeleid en over ruimte voor investeringen voor de 3 nieuwe corporaties in bijvoorbeeld nieuwbouw.
Alles bij elkaar betekent dit dat alle lichten op groen staan voor de formele besluitmomenten die nog volgen. Op 8 juli 2021 informeerde minister Ollongren de Tweede Kamer per brief over de voortgang.