Woningen op tijdelijke locaties realiseer je samen met gemeente

Experts
Maarten Georgius
Adviseur opdrachtgeverschap
Pieter Schipper
Belangenbehartiger

Wonen Midden-Delfland laat in een jaar tijd 30 woningen bouwen op een tijdelijke locatie. Dat kan alleen door anders naar processen en procedures te kijken. En door nauw samen te werken met alle partijen, en dan met name met de gemeente.

‘De gemeente heeft ons gevraagd om tijdelijke woningen te bouwen’, vertelt Peter van Ling, directeur-bestuurder van Wonen Midden-Delfland. ‘Ik spreek overigens liever van woningen op tijdelijke locaties. De woningen die wij nu laten bouwen zijn van zo’n goede kwaliteit dat je ze prima als permanente woning kunt gebruiken.’ Het is de bedoeling om deze woningen binnen een jaar op te leveren, dat kan doordat leverancier MOOS modulair in een fabriek bouwt. ‘MOOS denkt vanuit de urgentie. Zij ontwikkelen een concept dat snel, duurzaam en mooi is. En past processen en procedures aan waar dat nodig is’, vertelt projectleider Albert Groothuizen.

Denken vanuit urgentie

Maar de grootste tijdwinst zit bij de gemeente in het vergunningstraject. Door als corporatie nauw samen te werken met de gemeente, kun je processen naast elkaar laten lopen. ‘Je geeft al opdracht voor productie terwijl nog niet alle vergunningen rond zijn. Daar zitten risico’s aan en je moet elkaar echt kunnen vertrouwen en nauw contact houden met alle partijen’, weet Groothuizen. De relatief kleine omvang van het project maakt dit mogelijk. De gemeente heeft zich in het hele proces heel flexibel opgesteld, merkt Van Ling. ‘Toch zie ik dat onze maatschappij niet is ingesteld op flexibel omgaan met procedures, kijk naar de nutsbedrijven. Het is zeker geen onwil, maar ze zijn nog niet gewend om te denken vanuit de urgentie snel nieuwe woningen te realiseren. Als corporatie doorlopen we nu in 4 maanden een proces waarvoor we normaal een jaar zouden uittrekken. Niet iedereen kan dat tempo bijbenen.’

Oplossen woningnood verdient voorrang

De 30 woningen die er komen, zijn bestemd voor statushouders en starters uit de regio. ‘Samen met de gemeente hebben we de woningtypes en de omvang van het project vastgesteld. Het is nu een kleinschalig project dat past op deze locatie, met woningen voor statushouders en voor de lokale woningzoekenden. Zo zorgen we voor draagvlak bij omwonenden’, vertelt Groothuizen. ‘Mensen in de buurt snappen best dat vluchtelingen een woning nodig hebben. Aan de andere kant hebben zij ook zorgen. Die moet je serieus nemen en je moet mensen meenemen bij iedere stap in het proces.’ Wonen Midden-Delfland kan de woningen 10 jaar laten staan op de huidige locatie. De gemeente heeft garantie gegeven voor een tweede termijn van 10 jaar op een andere locatie. Groothuizen: ‘Dergelijke garanties heb je nodig om je businesscase sluitend te maken. Flexibele woningen bouwen is sowieso relatief duur. Aan de andere kant: de nood is hoog. We kunnen nu een groep mensen huisvesten die anders nog jaren zou moeten wachten. Dat is ook wat waard.’

Onlangs liet minister De Jonge weten dat de plaatsing van flexwoningen achterblijft. Aan de corporaties zal het niet liggen, meent Van Ling. ‘Het probleem zijn de locaties. Wij krijgen in dit project alle medewerking van de gemeente. Maar dat is niet overal zo. Je ziet nog te vaak dat de lokale belangen gaan boven het algemeen maatschappelijk belang. De mensen die beslissingen nemen, voelen de urgentie onvoldoende. Je kunt niet ‘niet wonen’, toch zijn er steeds meer mensen die niet wonen. ‘Het is een verandering van mindset’, vult Groothuizen aan. ‘Oplossen van de woningnood moeten bovenaan staan, het andere moet je daarop aanpassen. Nu kan het gebeuren dat we bijvoorbeeld geen appartementen kunnen bouwen omdat we op die specifieke locatie niet aan de parkeernorm voldoen. We moeten fundamenteel anders gaan denken, alleen dan komen we eruit, met flexibele én permanente woningen.’

Kijk ook eens bij