Deze wetenschappelijke studie naar beschermingsbeleid bij asbest is uitgevoerd door onafhankelijke onderzoekers van TNO, Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit Nijmegen en Crisislab. Branchevereniging Aedes en de woningcorporaties Talis, Woonbron, Vestia en Mitros hebben het onderzoek laten uitvoeren bij gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing van het huidige asbestbeleid. Dit beleid gaat uit van het nemen van (beschermings)maatregelen bij aanwezigheid van asbest zonder inzicht in het feitelijke blootstellings- en gezondheidsrisico door vrijgekomen asbest. Dit betekent dat in de huidige situatie maatregelen worden genomen die in de meeste gevallen niet nodig zijn.
Veiligheid voorop
Voor woningcorporaties staat de veiligheid en gezondheid van bewoners, medewerkers en opdrachtnemende partijen voorop. Zij vinden het belangrijk dat iedereen weet hoe ze veilig met asbest moeten omgaan. Bijvoorbeeld saneerders, die elke dag plafondplaten met niet-hechtgebonden asbest slopen. Zij lopen een hoog blootstellingsrisico. In deze situatie is het van belang dat de juiste beschermingsmaatregelen worden genomen. Het huidig asbestbeschermingsbeleid is voor deze situatie terecht streng. In veel andere onderzochte situaties zijn de risico’s verwaarloosbaar en zijn beschermingsmaatregelen daarmee niet noodzakelijk.
Corporaties vinden dan ook dat de huidige praktijk is doorgeslagen. ‘De wettelijke normen, complexe werkwijzen en de daaraan gekoppelde kosten staan in veel gevallen niet in verhouding tot het werkelijke risico. Dit onderzoek naar beschermingsmiddelen bevestigt dat we het doorgeslagen asbestbeleid moeten aanpassen’, aldus de opdrachtgevers. Zij pleiten daarom al geruime tijd voor een risicogestuurd asbestbeleid op basis van feiten.
Rapport ondersteunt risicogestuurd asbestbeleid
Aedes en de corporaties hebben het onderzoek aangeboden aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De resultaten helpen staatssecretaris Van Ark om het asbeststelsel aan te pakken en risicogestuurd te maken.
Tweede Kamer positief
Op 6 maart sprak de Tweede Kamer over de asbestvisie van staatssecretaris Van Ark (SZW) en het onafhankelijke asbestonderzoek van TNO, Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit en Crisislab. Vrijwel alle partijen waren het eens met de strekking om de risicoklasse voor het verwijderen van asbest waar mogelijk te verlagen. De staatssecretaris gaf aan dat zij wil kijken naar differentiatie in de risico’s: ‘Als het goedkoper net zo veilig kan, wordt dat de nieuwe standaard.’
Ook wil zij de onafhankelijke beoordeling van de risico’s beter borgen. Niet alleen asbestdaken en vensterbanken, maar alle saneringen met een laag risico kunnen naar een lagere risicoklasse als er wetenschappelijke onderbouwing is. Bovendien biedt dit ruimte voor innovatieve verwijderingsmethoden die kostenbesparend zijn en die nu nog geen kans maken.