Wooncoöperaties passen in de maatschappelijke beweging naar collectiviteit, stelt Trevor James, voorzitter van Cooplink. ‘Je ziet energiecoöperaties, zorgcoöperaties en burgerinitiatieven die supermarkten en buurthuizen in dorpen overnemen. Steeds meer mensen zoeken naar een gemeenschap waar ze onderdeel van kunnen worden. Zowel in de stad als op het platteland.’
In collectieve woonvormen hebben mensen oog voor elkaar en hun omgeving
Beheercoöperatie
Wooncoöperaties bestaan in 2 vormen: de ene optie is dat het vastgoed in eigendom is van een woningcorporatie, maar dat de vereniging van bewoners het beheer verzorgt (beheercoöperatie). De andere mogelijkheid is dat de coöperatie eigenaar wordt van het vastgoed. In beide varianten willen bewoners graag meer zeggenschap over hoe zij wonen én nemen ze daar verantwoordelijkheid voor.
James: ‘Collectieve woonvormen zijn niet alleen intern gericht, maar ook extern. Vaak hebben ze duurzaamheidsdoelstellingen en altijd is er oog voor elkaar en de omgeving. Eenzaamheid komt minder voor door sociale cohesie.’
- Lees verder onder de foto en het kader -
Cooplink ondersteunt wooncoöperaties met kennis en belangenbehartiging. De vereniging ontvangt subsidie van het ministerie van BZK, waarmee onder andere de website is ingericht als kennisbank en eens per 4 weken kennisdeelsessies worden georganiseerd. Momenteel is Cooplink met 320 initiatieven in gesprek.
Daarnaast wil de vereniging ervoor zorgen dat er voor wooncoöperaties ondersteuning komt. James: ‘We vragen niet om subsidie, maar om een structuur waardoor wooncoöperaties makkelijker kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld via een leenfonds.’
Lees meer op de website van Cooplink.
Leefbare buurt en lagere beheerkosten
Ook ziet hij dat woongemeenschappen positieve invloed hebben op de leefbaarheid in de omgeving. Zo bleek dat in een Utrechtse buurt waar in het algemeen veel stedelijke problematiek is, op de plek van de woongemeenschap jongerenoverlast en vandalisme niet voorkomen. ‘De bewoners spreken jongeren aan; als collectief voelen zij zich sterker dan individuele bewoners.’ Daar ligt dus ook een van de voordelen voor woningcorporaties om samen te werken met wooncoöperaties.
Verder resulteert samenwerking met beheercoöperaties in lagere kosten, liet onderzoek door Corpovenista zien. James: ‘Stel dat er een lampje in een portiek kapot is, dan kost dat een corporatie zo’n 140 euro om dat te vervangen, hoewel het lampje zelf hooguit 7 euro kost. Een beheercoöperatie doet het zelf en doet het sneller.’
Zelf de handen uit de mouwen
Het idee van een vereniging die huurt bij een woningcorporatie is niet nieuw. Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw komen ze voor. De voordelen zijn helder. De manier van verhuren past echter niet altijd in het administratieve systeem van corporaties, merkt James. Een wooncoöperatie geldt immers als één huurder van vaak een compleet complex. Terwijl de woningcorporatie bijvoorbeeld wel de inkomenstoets voor nieuwe huurders moet doen.
Ook is het van belang, zegt James, dat je het geheugen van de organisatie op peil houdt. ‘Je moet weten welk soort huurders je hebt.’ De wooncoöperaties moeten zelf bereid zijn de handen uit de mouwen te steken en bijvoorbeeld bij de selectieprocedures van nieuwe bewoners rekening houden met de eisen voor toewijzing. Een beheercoöperatie is eigenlijk een vorm van intermediaire verhuur.
Ambities op één lijn krijgen
Met een kennisbank en kennisdeelsessies helpt Cooplink hen om stappen te zetten. ‘Vaak weten ze wel wat ze willen: bewoners uit verschillende generaties, met diverse inkomens – hoewel ambities op één lijn krijgen nog wel eens een uitdaging is.’
Zo onderzocht hij zelf ook de optie om in een woongemeenschap te gaan wonen. Van de groep geïnteresseerden wilde de ene helft in de stad en de andere helft in een dorp wonen. En daar eindigden de goede ideeën. Maar als een gezamenlijk plan lukt, dan adviseert Cooplink wooncollectieven hoe zij concreet afspraken kunnen maken met woningcorporaties.
Niche of toekomst
Beleidsmakers en corporaties weten soms niet goed wat ze ermee aan moeten, weet James. ‘Ze vragen zich af of wooncoöperaties een niche zijn.’ Aedes ondersteunde de afgelopen jaren Platform31 financieel en met kennis in 3 actieprogramma’s op dit onderwerp. Op dit moment vormen bestaande wooncollectieven ongeveer 1% van de woningvoorraad van corporaties (ruim 1.000 tot 1.500 wooncollectieven), bleek vorig jaar uit onderzoek van Cooplink, Platform31 en Aedes.
Tegelijkertijd wees onderzoek van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties dat 17% van hun huurders collectief zou willen wonen. In Gelderland kwam een vergelijkbaar getal naar voren.
‘Inmiddels zijn er veel goede voorbeelden’, zegt James. ‘Zayaz (Den Bosch) en Talis (Nijmegen) hebben afspraken gemaakt met wooncoöperaties die bij hen huren. In Utrecht en Den Haag hebben wooncoöperaties vastgoed van corporaties gekocht. Qua gemeenten is Amsterdam het verst; die maakt geld, locaties en ondersteuning beschikbaar. Als het systeem op orde is, zie je een versnelling ontstaan.’
Op 1 mei 2023 bereikte ons het droevige bericht dat Trevor James is overleden op zaterdag 29 april tijdens een voetreis door Wales.