Data en gesprek zijn gouden combinatie in meten leefbaarheid

Expert
Simone Boeren
Adviseur Sectorontwikkeling

In Ridderkerk werken gemeente, politie, welzijnsstichting en woningcorporatie samen aan leefbaarheid. Een convenant en leefbaarheidsmonitor maken de gezamenlijke doelen resultaatgericht en minder vrijblijvend, vertelt Artem Moorlag van Wooncompas in een vraaggesprek.

Waar hebben we het over in Ridderkerk?

‘Ridderkerk heeft 47.000 inwoners en 8.400 corporatiewoningen en ligt tegen Rotterdam aan. Een specifiek aandachtspunt is het flinke aantal verhuisbewegingen vanuit Rotterdam naar Ridderkerk. De dorpse mentaliteit van Ridderkerk botst met die van de stedeling. Ons doel, om de leefbaarheid niet te laten verslechteren, klinkt misschien weinig ambitieus maar is hierdoor een forse uitdaging. Daarnaast hebben we net als veel andere delen van Nederland te maken met vergrijzing – de helft van onze huurders is ouder dan 55 jaar – en een toename van het aantal verwarde personen.’

Wat maakt de Ridderkerkse aanpak uniek?

‘We delen data en hebben gezamenlijk per wijk concrete doelen gesteld, als aanvulling op prestatieafspraken. Per wijk bespreken de convenantpartners vervolgens de coulour locale en wat er nodig is. Daarvoor boren we drie bronnen aan:
1. Professionals, die weten wat speelt en nodig is in de wijk
2. Data uit de leefbaarheidsmonitor (zoals werkloosheid, aantal verhuizingen en criminaliteitscijfers)
3. Inwoners, die hun mening geven via enquêtes en gesprekken
Eerder draaide de samenwerking vooral om punt 1: de observatie van de professional. Daar voegden we punt 2 aan toe om het gesprek scherper te krijgen en nu dus ook punt 3. Dat onderdeel is cruciaal. We kunnen alleen werken aan leefbaarheid samen met de inwoners. Zowel huurders als kopers.’

Data is niet alles, dus?

‘Nee. Stel je voor: je betrekt bewoners bij het bestrijden van auto-inbraken door mensen die een hond uitlaten extra te laten opletten. Als zo’n aanpak succesvol is, zou je die resultaten moeten terugzien in de leefbaarheidsmonitor. Maar hebben de inwoners geen verbeterd veiligheidsgevoel, dan is de missie alsnog niet geslaagd. Data zijn niet de waarheid, maar ondersteunend aan het gesprek dat je hebt. Zo zetten we het ook in.’

Dat klinkt als een grote opgave.

‘We kunnen veel automatiseren. Alle partners leveren data aan ten behoeve van de leefbaarheidsmonitor. En dat geldt ook voor participatie: de gemeente zet enquêtes uit en een paar keer per jaar bekijken we de resultaten. Het bewerkelijke zit vooral in de opstart van het convenant. Je moet tijd investeren in de formulering van de doelen en aanpak. Objectieve data helpen om die discussie te stroomlijnen.’

Hoe verloopt de uitvoering van het convenant?

‘Vanaf januari gaan we de wijk in om met bewoners te bespreken wat zij zien gebeuren. Samen met hen stellen we het jaarplan voor hun wijk vast en denken we na over hoe we meer meningen kunnen ophalen. Je moét weten wat men zelf belangrijk vindt en dat stopt niet bij gesprekken met de bewonerscommissies of huurdersvereniging. We noemen het gelegenheidsparticipatie, precies toegesneden op een specifieke situatie. In 2022 willen we dat gaan toepassen.’

Werpt het convenant al vruchten af?

‘De resultaten tot nu toe zitten vooral in de samenwerking: het convenant en de data uit de leefbaarheidsmonitor maken de vraagstukken meer smart. De betrokkenen zitten veel scherper in het overleg: wat gaan we precies doen, waar moet het toe leiden? Dat vleugje zakelijkheid helpt om nu al om effectief te werken en doelen concreet te maken.’

Vier tips voor collega-corporaties

  1. Heb geduld. Er is tijd nodig om de ideeën te laten rijpen. In Ridderkerk kostte het proces om tot een convenant te komen 2,5 jaar. Dat kan wel sneller, denkt Artem, maar het kost tijd om elkaar te vinden, wat ieder nodig heeft en hoe je het gaat aanpakken. Draagvlak is heel belangrijk en draagt bij aan de resultaten. In Ridderkerk stond het meten van leefbaarheid zelfs op de eerste pagina van het collegeakkoord.
  2. Begin klein, maar begin. Jouw aanpak zal niet perfect zijn, maar je kunt altijd nog zaken toevoegen. Denk na over welke data je wilt meten. De landelijke Leefbaarometer is voor Ridderkerk te generiek en wordt te weinig ververst, met 100 indicatoren, maar daar kun je natuurlijk wel veel punten uithalen.
  3. Haak aan bij lokale thema’s. Zo kan landelijk de aandacht voor verwarde personen groot zijn, maar in Ridderkerk zijn bijvoorbeeld de verhuisbewegingen vanuit Rotterdam een belangrijk issue.
  4. Neem de bewoner als uitgangspunt. Voor hen doe je het tenslotte, dus werk met hun wensen als uitgangspunt. En pas op dat het project niet te groot en te opgetuigd wordt, want dat haalt de vaart eruit. Focus echt op leefbaarheid.

Artem Moorlag is manager Wijk- en woonbeheer bij Wooncompas. Samen met zijn collega Corine Alsemgeest en Jan Willem Steeman van de gemeente Ridderkerk verzorgde hij op 7 december het online Kijkje in de Keuken over Data & Leefbaarheid. Dit artikel geeft daar een samenvatting van.

Bekijk het convenant Samenwerking Leefbaarheid Ridderkerk