Om te zorgen voor de benodigde versnelling in de nieuwbouw door woningcorporaties spreken wij een parallelle inzet af langs 3 actielijnen.
1. We sturen op voldoende programmering van nieuwe woningen
Kaders en beleid voor het sturen op de realisatie van 30% sociale huurwoningen in de nieuwbouw
- In het Wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting is opgenomen dat 30% van de nieuwbouw in het sociale huursegment moet plaatsvinden.
- Vooruitlopend op de invoering van de Wet versterking regie volkshuisvesting is in de woondeals 30% sociale huur opgenomen.
- In 2025 wordt gestart met het herijken van de woondeals.
30% sociale huur in de regio (gebiedsgerichte differentiatie)
- We spreken af dat in beginsel elke gemeente ten minste 30% sociale huur in de programmering voor de nieuwbouw opneemt. Een afwijking hiervan kan in het kader van gebiedsdifferentiatie passend zijn, maar een afwijking dient altijd te gebeuren in overleg met de regio.
- Wanneer sprake is van gebiedsgerichte differentiatie in de regio, moet in die regio 30% sociale huur worden gerealiseerd.
30% sociale huur binnen de gemeente
- Gemeenten stellen in hun beleidsplannen (waaronder straks in het gemeentelijk volks huisvestings programma) kaders op over hoe zij 30% van de nieuwbouw in de sociale huur willen realiseren. Gemeenten stellen in 2025 en 2026 deze kaders vast, rekening houdend met de invoering van de Wet versterking regie volkshuisvesting.
- De doelstelling van 30% sociale huur in de nieuwbouw geldt op het niveau van de regio en de gemeente, niet op wijk of projectniveau.
- Om de 30% op gemeentelijk niveau te borgen bepalen gemeenten bij het gebruik maken van de ruimte voor flexibiliteit hoe afwijkingen van de 30% worden getoetst. Hiermee wordt een uniform en transparant kader gehanteerd.
- Plannen dienen evenwichtig te zijn qua aandeel sociale huur in de tijd.
- De gemeenten, de provincies en het Rijk sturen op het behalen van de 30% sociale huur, en benutten daarvoor straks ook het instrumentarium uit de Wet versterking regie volkshuisvesting.
Actualisatie woondeals en nieuwe lokale prestatieafspraken
- Vanaf het voorjaar van 2025 worden de woondeals geactualiseerd. Partijen spreken af om deze actualisatie te benutten om hierin concrete afspraken te maken over de bouw van sociale huurwoningen en voor de tijdige realisatie hiervan.
- De scherpere afspraken in de woondeals bieden voor partijen de kaders om ook scherpere lokale prestatieafspraken te maken.
- Om de monitoring van de nieuwbouw en de lokale prestatieafspraken te verbeteren wordt een verplicht format bij de lokale prestatieafspraken gemaakt voor de afspraken over de nieuwbouw.
Samenwerking en solidariteit
- De realisatie van sociale huurwoningen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle partijen en wordt met een meer intensieve samenwerking haalbaar. Woningcorporaties zoeken daarom actief de samenwerking met elkaar op.
- Gemeenten stimuleren de inzet vanuit solidariteit, bijvoorbeeld door de noodzaak hiertoe en de mogelijk heden hiervoor te signaleren en waar mogelijk te faciliteren. Het Rijk past wet en regelgeving waar wenselijk aan om solidariteit te stimuleren, onder andere via (vrijwillige) projectsteun.
- De realisatiebonus wordt toegekend voor het realiseren van betaalbare woningen, waaronder sociale huurwoningen.
- Het Rijk, woningcorporaties en gemeenten zorgen ervoor dat het grondbeleid zoveel mogelijk het toevoegen van woningen stimuleert.
- Gemeenten en woningcorporaties zoeken actief naar nieuwe locaties voor nieuwe sociale huurwoningen en zoeken de samenwerking.
- Partijen zorgen voorafgaand aan de planvorming voor duidelijkheid over de voorwaarden van woningbouwprojecten.
2. Sturen op versnellen van lopende projecten
Sneller door de pijplijn
- Parallel plannen is de nieuwe norm. Het Rijk helpt woningcorporaties en gemeenten om hieraan invulling te geven.
- Gemeenten zetten ambtelijke capaciteit in om projecten met voldoende sociale huurwoningen die kansrijk zijn zo snel als mogelijk te realiseren.
Aanjagen lopende projecten
- We trekken bestaande projecten voor de realisatie van sociale huurwoningen vlot met bestuurlijke inzet en door toepassing van bestaande instrumenten die bijdragen aan versnelling.
- En zetten daarbij alle bestaande instrumenten in om projecten te versnellen.
- We brengen in beeld in welke lopende projecten onvoldoende voortgang plaatsvindt, onder andere via de regionale versnellingstafels, de dVi, dPi, WOBI en de projectplannen in lokale prestatieafspraken (zie ook hiervoor het hoofdstuk ‘Sturen vanuit inzicht’).
- We versnellen procedures zoveel mogelijk, waaronder procedures voor vergunning verlening.
3. Aanpassingen in de programmering
- We nemen daarom belemmeringen weg voor projecten die voor verdichting zorgen en zetten hiervoor de realisatiestimulans in.
- Wanneer er woningbouwprojecten met onvoldoende sociale huur niet tot stand komen, faciliteren wij het lostrekken hiervan en kijken we of er alsnog meer sociale huur gerealiseerd kan worden.
- De uitruil van projecten kan ertoe leiden dat woningbouwprojecten doorgang kunnen vinden die anders niet van de grond komen en dat er differentiatie plaats vindt.
- We gaan met elkaar in gesprek hoe de realisatiestimulans die gemeenten ontvangen kan helpen om de huidige programmering aan te passen.
- Het beter benutten van de bestaande voorraad.
- Het plaatsen van tijdelijke woningen.
Overkoepelende afspraken
- Aanjagen realisatie (starten van een aanjaagprogramma)
- Betaalbare grondprijs
- Aard en kwaliteit van de toevoegingen
- Beter benutten
- Inzicht in de voortgang
- Middenhuur
- Voorraadontwikkeling
- Verkoop
- Sloop