Duurzame woningen

Aedes-standpunt Aedes-standpunt · 6 oktober 2020
Expert
Dorris Derksen
Belangenbehartiger

Nederland gaat stap voor stap van het aardgas af. Dat vraagt om aanpassing van vele woningen. Woningcorporaties lopen voorop. Bewoners krijgen een comfortabeler huis dat betaalbaar blijft. Alle corporatiewoningen hebben in 2021 gemiddeld label B, en alle huizen zijn CO2-neutraal in 2050, volgens afspraak in het Klimaatakkoord. De voortrekkersrol die corporaties dankzij de omvangrijke woningvoorraad hebben, mag niet voor rekening komen van de huurders. De verduurzaming vereist enorme investeringen in de bestaande voorraad en in nieuwbouw. Die zijn onrendabel en lang niet altijd financieel haalbaar. De strengere eisen voor nieuwbouw en verduurzaming laten de bouwkosten enorm oplopen.

Uit het onderzoek naar de opgaven en middelen corporatiesector blijkt dat de verduurzamingsopgave voor de sociale huursector onhaalbaar is onder het huidige kabinetsbeleid. Schaalvergroting en innovatie zijn nodig voor het nemen van verduurzamingsmaatregelen tegen lagere kosten. Maar het is niet acceptabel de kosten af te wentelen op sociale huurders. In de regelgeving moet snel duidelijkheid komen over effectiviteit en kosten om te sturen op het echte doel: een CO2-neutrale gebouwde omgeving. 

In het kort

In deze korte video schetst Aedes-voorzitter Martin van Rijn de uitdaging rond Duurzame woningen.

Wat hebben we nodig?

  • Inzicht in opgave en middelen. Uit het onderzoek Opgaven en middelen in de corporatiesector blijkt dat de verduurzamingsopgave voor de sociale huursector onhaalbaar is onder het huidige kabinetsbeleid.
     
  • Schaalvergroting en innovatie. Dit is nodig om kostendalingen in de markt van verduurzamingsmaatregelen te bereiken en corporaties kunnen daaraan bijdragen. Maar het is niet acceptabel de kosten af te wentelen op sociale huurders.
     
  • Balans baten en kosten. In regelgeving moet op de korte termijn een balans komen in effectiviteit en kosten om te sturen op het echte doel: een CO2-neutrale gebouwde omgeving in 2050. De vraag is hoe we het meest effectief en aansluitend op beschikbare warmtebronnen de hele woningvoorraad kunnen verduurzamen. Dit vereist vroegtijdige afstemming en samenwerking mét en adequate regievoering dóór gemeenten.
     
  • Startmotor onderdeel van Warmtewet. Aedes heeft in het Startmotorkader met partijen afspraken gemaakt over woningaansluitingen op warmtenetten op basis van transparante tarieven, ook voor huurders. Dat moet in de aanpassingen van de Warmtewet terugkomen, net als zekerheden voor huurders en corporaties en verduurzaming van warmtenetten.
     
  • Sturing op woonlasten. Regels (zoals passend toewijzen) sturen nu vaak alleen op de hoogte van de huur. Risico is dat huurders toch hogere woonlasten krijgen omdat ze met een relatief lage huur een steeds hogere energierekening hebben. Dat willen we voorkomen. Andersom kunnen woningcorporaties slechts een beperkte huur vragen voor een energiezuinige woning om deze passend toe te kunnen wijzen. Hierdoor zijn investeringen in duurzaamheid voor corporaties onrendabel. Terwijl deze ontwikkeling juist voor de betaalbaarheid van sociale huurwoningen essentieel is. Sturen op woonlasten is een beter uitgangspunt.