Veelgestelde vragen bij strategiechecks
Hoe kan ik binnen mijn corporatie aan de slag gaan met de warmtepomp-verduurzaming van woningportefeuilles?
In de praktijk van woningcorporaties zien we dat zij de warmtepomp-verduurzaming van hun woningen op projectbasis of op basis van huurder-wissel organiseren. Voor beide vormen hebben we hieronder de voor- en nadelen op een rij gezet. Meer informatie over de toepassing vind je in de praktijkvoorbeelden.
Warmtepomp-verduurzaming op projectbasis
Voordelen | Nadelen |
|
|
Praktijkvoorbeelden van warmtepomp-verduurzaming op projectbasis
Warmtepomp-verduurzaming op basis van huurder-wissel
Voordelen | Nadelen |
|
|
Praktijkvoorbeelden van warmtepomp-verduurzaming op basis van huurder-wissel
Vergoedingenbeleid: welke mogelijkheden zijn er om investeringskosten van warmtepomp-verduurzaming door te belasten via de huur?
Woonbond en Aedes publiceerden in november 2024 een handreiking voor huurverhoging bij verduurzaming van installaties. De handreiking geeft richtlijnen voor de doorberekening van verduurzamingskosten.
- Download Handreiking voor huurverhoging bij verduurzaming
- Download Rekentool voor bepalen energiefractie warmtepomp
Praktijkvoorbeelden van toegepaste huurverhoging
Veelgestelde vragen omgevingschecks
Hoe check ik of mijn voorgenomen warmtepomp-verduurzaming past binnen het Warmteprogramma (voorheen de Transitievisie Warmte) van de gemeente?
Een voorgenomen warmtepomp-verduurzaming is niet zinvol als de gemeente in dat gebied een collectief warmtenet wil realiseren. Het is daarom cruciaal om eerst te checken welke warmteplannen je gemeente voor deze locatie heeft. Meer informatie over het warmteprogramma van je gemeente vind je op de website van NPLW: www.nplw.nl/warmteprogramma/overzicht-tvw.
In het Warmteprogramma maakt de gemeente het tijdspad inzichtelijk: wanneer wordt in welke gebieden de levering van aardgas stopgezet. In het Klimaatakkoord (2019) is afgesproken dat gemeenten dit elke 5 jaar vaststellen en nieuwe gebieden toevoegen. De eerste zijn opgeleverd in 2021 (toen nog Transitievisie warmte genoemd). Voor de gebieden die voor 2030 zijn aangewezen, brengt de gemeente de mogelijke warmtealternatieven in beeld. Uiterlijk eind 2026 moeten gemeenten hun warmteprogramma vaststellen en aanvullende gebieden aanwijzen voor de periode tot 2035.
Waar kan ik de nettoets doen om te checken of de warmtepomp-verduurzaming past binnen de beschikbare netcapaciteit met de regionale netbeheerder?
De netbeheerder in jouw regio (Liander, Stedin, Enexis) heeft online informatie beschikbaar over de nettoets en ook de nettoets zelf is online te vinden én in te vullen:
Wat heeft mijn installateur nodig om netbewust te installeren?
Je installateur kan gebruik maken van de webapplicatie Netbewust installeren van Techniek NL. Deze voorziet wonigncorporaties per woningsituatie, van de juiste inzichten en voorschriften. Je kunt stap voor stap door de keuzemogelijkheden doorlopen of het volledige overzicht bekijken.
Aanvullende informatie omgevingschecks
- Vergunningen: Wijkkompas (- Nieuw kennisdossier: Omgevingswet en de warmtetransitie)
- Tijdspad stopzetten levering aardgas:
Sebastiaan Rietveld, Qvantum Energietechnologie B.V.
Email: [email protected]
Telefoon: 0642166470
Veelgestelde vragen woningchecks
Hoe weet ik of de woningen voldoende geïsoleerd zijn voor toepassing van een warmtepomp?
De publicatie Strategisch kiezen van duurzame installaties gaat in op de vragen hoe en onder welke voorwaarden je warmtepompen optimaal kunt toepassen toepassen in verschillende afzonderlijke woningen in de bestaande bouw. Daarnaast is het een naslagwerk voor iedereen die wil weten welke aandachtspunten belangrijk zijn bij het kiezen van duurzame installaties voor ruimteverwarming en warm tapwater. Deze publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met een groot aantal experts uit de markt en is een initiatief van Aedes, Techniek Nederland, Bouwend Nederland, OnderhoudNL en Stroomversnelling.
De in deze publicatie gehanteerde Duurzame Warmteschijf biedt 3 vuistregels:
- De benodigde aanvoertemperatuur om de woning warm te krijgen kan door de installatie worden geleverd.
- Het vermogen van het afgiftesysteem (radiator of vloerverwarming) past bij het warmteverlies van de woning.
- Het vermogen van de warmte-opwekker (warmtepomp of hybride warmtepomp) past bij het warmteverlies van de woning. (isolatieniveau van de woning – warmteverliesberekening).
De warmte die de warmtepomp in 20-22 uur kan opwekken (in kWh) moet bij benadering gelijk aan of groter zijn dan de warmte die de woning in 24 uur verliest (in kWh). De overige 2-4 uur zijn in de regel nodig voor de bereiding van warm tapwater. Er zijn installaties waarbij er een separate opwekker is voor warm tapwater, afhankelijk van het verwachte tapwatergebruik van de bewoners. In dat geval kan 20-22 uur vervangen worden door 24 uur.
Om het benodigde vermogen van een warmtepomp te kunnen bepalen bereken je eerst het warmteverlies van de woning. Dit gebeurt vaak op basis van een transmissieberekening door een deskundige. Deze doet dit op basis van ISSO-/NEN-normen. Een transmissieberekening, ook wel warmteverliesberekening genoemd, berekent het warmteverlies van de woning als het buiten -10 °C is. Juist als het buiten heel koud is, wil je het binnen warm genoeg houden. In deze berekening wordt bij -10 °C berekend wat de isolatie nog doet en hoeveel warmte er verloren gaat met ventilatie.
Het warmteverlies, en de geschiktheid van een woning voor een warmtepomp, kan ook bepaald worden met de Thuisscan van Energiezuinigthuis. Energiezuinigthuis haalt daarvoor de slimme meter data van een woning op en bepaalt op basis van het gas- en elektriciteitsgebruik de warmtevraag van de woning. Het Thuisscan rapport geeft uitgebreide informatie over de woning en mogelijkheden voor warmtepompen, inclusief informatie voor de installateur.
Standaard en streefwaarden voor woningisolatie is een nieuwe standaard voor woningisolatie. Deze standaard geeft aan wanneer woningen voldoende zijn geïsoleerd om aardgasvrij te worden. De standaard is ontstaan uit het Klimaatakkoord en is opgesteld door een speciale commissie. Deze bestaat uit een brede vertegenwoordiging van betrokken partijen, zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Bouwend Nederland, Techniek Nederland en de Woonbond. Meer informatie over de standaard en streefwaarden vind je op de website van RVO.
Hoe krijg ik helder en actueel inzicht in de capaciteit van het warmte-afgiftesyteem van de woning
Bij de overstap van een cv-ketel naar een warmtepomp neemt het vermogen van het bestaande afgiftesysteem bij de meeste woningen met circa 60% af. Daarom moet de warmtebehoefte ook afnemen of moet het afgiftesysteem worden uitgebreid of aangepast.
Hoe zit het met de geluidseisen die aan de buitenunit van de warmtepomp gesteld worden?
Het maximale geluidsniveau op de perceelgrens mag volgens de regelgeving maximaal 40 dB. zijn tussen 19.00 en 07.00 uur en tussen 07.00 en 19.00 uur 45 dB. Daarbij moet rekening worden gehouden met een eventuele toeslag voor tonaal geluid K1, schermwerking Ksch2 en gevelreflectie Cg. Meer informatie over geluidseisen vind je op de website van Techniek Nederland. Daar kun je ook een whitepaper over geluidseisen downloaden.
Er is veel discussie over de juistheid van de huidige methodiek. Momenteel worden er twee onderzoeken uitgevoerd, onder andere naar de invloed van omgevingsfactoren, zoals muurtjes op de feitelijke geluidsbepaling (onderzoeken BDH en TDI). Zodra de resultaten bekend zijn, zullen we hierover berichten.
Waar kan ik informatie vinden over bodemwarmte en de mogelijkheden voor verduurzaming?
De WKO-tool biedt veel informatie over bodemwarmte.
Aanvullende informatie woningchecks
- TNO heeft woningchecks op basis van producten/tooling ontwikkeld in projecten (zoals TDI 500) voor de toetsing van geschiktheid van woningen voor warmtepompinstallaties. (sizing tool, modelmatige studie overstap op MT/LT, effect waterzijdig inregelen, effect lage debieten op WP prestaties, effecten van radiatorfans en ombouwen, etc).
- Normen voor het bepalen van de transmissie van een woning staan in de NEN-EN12831, Deel 1. Vaak worden de uitgaven van het ISSO gebruikt door praktijkmensen, te weten -ISSO publicatie 51: Warmteverlies-berekeningen voor woningen en woongebouwen; -ISSO publicatie 53: Warmteverlies-berekening voor utiliteitsgebouwen met vertrekhoogten tot 4 meter en -ISSO publicatie 57: Warmteverlies-berekening voor gebouwen met hoge ruimten.
- ISSO publicatie 53: Warmteverlies-berekening voor utiliteitsgebouwen met vertrekhoogten tot 4 meter.
- WP-verduurzaming passend binnen complexstrategie, onderhoudsplan en bewonerssamenstelling.
Veelgestelde vragen financieringschecks
De investering voor een warmtepomp komt voor rekening van de corporatie, de energiebesparing is voor de bewoner. Dit noemen we de split incentive. Zijn er mogelijkheden om deze kosten anders te verdelen?
Woonbond en Aedes publiceerden in november 2024 een handreiking voor huurverhoging bij verduurzaming van installaties. De handreiking geeft richtlijnen voor de doorberekening van verduurzamningskosten.
Welke subsidiemogelijkheden zijn er voor een warmtepomp-verduurzaming?
De subsidieregeling SPOR biedt financiële ondersteuning om een procesondersteuner in te huren voor het verduurzamingsplan.
De Subsidie- en financieringswijzer van RVO helpt je om financiële ondersteuning voor je plannen te vinden. Geef aan wat voor organisatie je bent en je krijgt een overzicht met regelingen op maat.
Van welke andere regelingen kan ik gebruikmaken voor het financieren van energiezuinige woningen?
De Energieprestatievergoeding 2.0 (EPV 2.0) is een vernieuwde regeling die woningcorporaties in staat stelt een vergoeding te vragen voor energiezuinige woningen, ter compensatie van lagere energielasten voor huurders. Deze versie introduceert twee ambitieniveaus: 'basis' en 'hoogwaardig', waarbij 'basis' aansluit bij de Nationale Prestatieafspraken en 'hoogwaardig' hogere eisen stelt aan energieprestaties. De monitoringseisen zijn vereenvoudigd, wat de implementatie minder complex en kostbaar maakt. Door de EPV 2.0 kunnen corporaties extra inkomsten genereren voor investeringen in duurzaamheid, wat potentieel een grotere financiële impact heeft dan de afschaffing van de verhuurderheffing.
EPV 2.0 Collectief: De EPV richt zich tot nu toe op individuele, grondgebonden woningen terwijl een significant aandeel van het corporatiebezit bestaat uit gestapelde bouw. Daarom wordt gewerkt aan een EPV2.0 voor collectieve systemen, die het mogelijk maakt EPV te innen voor woningen die verduurzaamd zijn met een collectief energiesysteem. Een introductiedatum is nog onbekend.
Veelgestelde vragen stakeholderschecks
Hoe kan ik bewoners zo goed mogelijk betrekken bij verduurzaming?
Transform Zuid-Holland is een initiatief om gemeentes te helpen met een wijkgerichte energie. Op de website staan bruikbare tools om de juiste informatie bij bewoners op te halen voor jouw verduurzaming.
Daarnaast hebben onderzoeksbureaus zoals KWH specifieke vragenlijsten voor huurders op thema duurzaamheid. Bekijk ook de publicatie Succesvol verduurzamen samen met huurders.