Wettelijke vakantiedagen worden toegekend op basis van de wet en bovenwettelijke vakantiedagen zijn de dagen die de werknemer daarboven opbouwt (op basis van de CAO Woondiensten).
Werknemers die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, bouwen volledig wettelijke vakantie-uren op (144 wettelijke vakantie-uren per jaar). Bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, bouwt een werknemer de eerste 26 weken volledig bovenwettelijke vakantie-uren op. Na 26 weken arbeidsongeschiktheid bouwt een werknemer alleen bovenwettelijke vakantie-uren op over de uren dat hij arbeidsgeschikt is.
Als een werknemer ziek is en vakantie geniet, mag de werkgever deze vakantiedagen niet zonder meer aanmerken als verlof en afschrijven van het verlofsaldo. De zieke werknemer moet hier altijd expliciet mee instemmen. Dit blijkt uit jurisprudentie.
Stemt de werknemer niet in met het afschrijven van de vakantiedagen, dan moet hij tijdens zijn vakantie beschikbaar zijn voor re-integratie-activiteiten. Is hij dat niet dan mag een werkgever de vakantieaanvraag weigeren.
Als de werknemer zo ziek is dat hij niet kan reïntegreren maar hij is of wil wel op vakantie, dan kan hij weigeren in te stemmen met het afschrijven van vakantiedagen. Vraag dus altijd of de zieke werknemer instemt met het afschrijven van vakantiedagen. Zeker in situaties waarin de werknemer vakantie geniet en tijdens deze vakantie ziek wordt.
Een (zieke) werknemer mag zelf bepalen in welke volgorde zijn wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen worden afgeschreven (artikel 7.4.1 CAO Woondiensten). De corporatie en de werknemer moeten er wel naar streven dat de wettelijke vakantiedagen worden opgenomen in het jaar waarin deze zijn opgebouwd.
De wettelijke vakantiedagen mogen in het geheel worden afgeschreven. Voorbeeld: een werknemer is vijf weken ziek en voor zes van de acht uur (75 procent) weer aan het werk. Hij wil twee uur verlof opnemen. Corporaties mogen dan twee uur afschrijven van de wettelijke vakantieuren. Als de werknemer de gehele dag verlof wil opnemen, mag de corporatie acht uur afschrijven van de wettelijke vakantieuren.
De opname van bovenwettelijke vakantiedagen gebeurt de eerste 26 weken volledig. Voorbeeld: een werknemer is vijf weken ziek en voor zes van de acht uur (75 procent) terug in het werk. Hij wil twee uur verlof opnemen. U mag dan twee uur afschrijven van de bovenwettelijke vakantieuren. Als de werknemer de gehele dag verlof wil opnemen, mag de corporatie acht uur afschrijven van de bovenwettelijke vakantieuren.
Na 26 weken gebeurt de opname naar rato van het aantal uren dat de werknemer arbeidsgeschikt is. Voorbeeld: de werknemer is 28 weken ziek en voor zes van de acht uur (75 procent) terug in het werk. Hij wil twee uur verlof opnemen. U mag anderhalf uur (75 procent van 2 uur) afschrijven van de bovenwettelijke vakantieuren en het restant verlof (half uur) van de wettelijke vakantieuren. Als uw werknemer de gehele dag verlof wil opnemen, mag u zes uur (75 procent van acht uur) afschrijven van de bovenwettelijke vakantieuren en het restant verlof (2 uur) van de wettelijke vakantieuren.
De wettelijke vakantiedagen van zieke werknemers kunnen komen te vervallen. Voor deze dagen geldt namelijk een vervaltermijn van zes maanden. De wettelijke vakantiedagen die in een kalenderjaar worden opgebouwd moeten vóór 1 juli van het jaar daaropvolgend zijn opgenomen. De vervaltermijn van zes maanden geldt niet als de zieke werknemer redelijkerwijs niet in staat was om ze op te nemen (bijvoorbeeld omdat hij langdurig ziek was en vrijgesteld was van zijn reïntegratieverplichtingen). In dat geval krijgen de wettelijke vakantiedagen dagen een verjaringstermijn van vijf jaar.
Nee. De bovenwettelijke vakantiedagen (artikel 7.1 en 7.2 CAO Woondiensten) houden een verjaringstermijn van vijf jaar.
Een vervaltermijn kan niet worden gestuit en een verjaringstermijn wel. Stuiting houdt in dat de werknemer vlak voordat de verjaringstermijn van zijn bovenwettelijke vakantiedagen verstrijkt de corporatie per brief kan verzoeken dat hij aanspraak blijft houden op zijn bovenwettelijke vakantiedagen. Na de stuiting gaat een nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar lopen. Een vervaltermijn kan niet worden gestuit. Zodra de vervaltermijn verstreken is, is de werknemer het recht op wettelijke vakantiedagen kwijt.
Nee. Een zieke werknemer is niet verplicht om vakantie op te nemen. Hij moet – zoals hierboven opgemerkt – er wel voor waken dat zijn vakantiedagen niet vervallen of verjaren.