Zzp’ers inhuren nu en na 2025: hier moet je op letten

Expert
Charlot Jongerius
Adviseur Werkgeverszaken

Vanaf januari 2025 gaat de Belastingdienst handhaven op de correcte inhuur van zzp’ers. Nu is de controle daarop al strenger. Wat kun je als woningcorporatie het beste doen om je voor te bereiden op deze strengere handhaving? Hoe maak je beleid of pas je je bestaande beleid hierop aan? En wat doe je met de zzp’ers die jouw woningcorporatie nu al inhuurt?

Waar het om gaat is het voorkomen van een (fictieve) dienstbetrekking voor de loonheffingen, ook wel schijnzelfstandigheid genoemd. Daarvan is mogelijk sprake als je een zzp’er inhuurt, maar de inhoud van het werk, de organisatorische sturing, de duur van de opdracht en de hoogte van de beloning lijken te veel op die van een werknemer met een arbeidsovereenkomst. In dat geval zijn er fiscale en financiële gevolgen voor de woningcorporatie en mogelijk ook voor de zzp’er.

In dit artikel lees je meer over de laatste ontwikkelingen op dit onderwerp. Ook vertellen we alvast iets over de concept Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden met beoogde ingangsdatum 1 januari 2026.

Later dit jaar zal Deloitte een gratis webinar organiseren over dit onderwerp. Meer informatie daarover volgt op deze pagina en via de community-P&O.

Ontwikkelingen huidige wetgeving Wet DBA

Op dit moment is voor de loonheffingen de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) van toepassing. De wet is ingevoerd in 2016. Door uitvoeringsproblemen heeft de minister destijds toegezegd dat de belastingdienst alleen zal handhaven als er een vermoeden is van kwade opzet. Deze toezegging heet het handhavingsmoratorium.

Opheffing handhavingsmoratorium vanaf 2025

Per 1 januari 2025 zal dit handhavingsmoratorium worden opgeheven. Dit houdt in dat de belastingdienst actief zal gaan handhaven en naheffingsaanslagen loonheffing kan opleggen inclusief rente en eventuele boete. Dat doet de Belastingdienst als zij veronderstelt dat de ingezette zzp’er in een (fictieve) dienstbetrekking staat tot de woningcorporatie.

Om organisaties voor te bereiden op het afschaffen van het handhavingsmoratorium stuurt de Belastingdienst nu al vragenlijsten rond. Of inspecteurs komen op bedrijfsbezoek voor een controle. Daarbij toetsen ze behalve op de aanwezigheid van (model)overeenkomsten ook op de inrichting en de uitvoering van het inhuurproces. Je bent als organisatie verplicht om de aanwijzingen van de Belastingdienst binnen de afgesproken termijn op te volgen. Doe je dat niet dan kan de Belastingdienst naheffingsaanslagen loonheffingen opleggen.

Vanaf 2025 zal de Belastingdienst direct handhaven als zij vindt dat een zzp’er in (fictieve) dienstbetrekking is voor de loonheffingen. Hiervoor is een handhavingsplan opgesteld door de Belastingdienst.

Modelovereenkomsten bieden geen garanties meer

Sinds de invoering van de Wet DBA zijn er een aantal modelovereenkomsten die goedgekeurd zijn door de Belastingdienst en die in veel gevallen worden gebruikt om de afspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer vast te leggen. De Belastingdienst heeft alle goedkeuringen voor de modelovereenkomst ‘werken op basis van vrije vervanging’ per 1 januari 2024 ingetrokken. Bij gebruik van de modelovereenkomst ‘geen gezag’ stelt de Belastingdienst steeds vaker dat schijnzelfstandigheid niet is uit te sluiten. Hoe in die situaties een werkgever en een zzp’er de modelovereenkomst in de praktijk uitvoeren, weegt dus heel zwaar in het oordeel van de Belastingdienst.  

Hoe bereid je jouw woningcorporatie voor op de handhaving vanaf 2025?

Maak een inventarisatie

Begin met het in kaart brengen van de huidige situatie rondom inhuur van zzp’ers. Neem daarin ook zzp’ers mee die je inhuurt via een intermediair. De tussenkomst van een intermediair biedt geen garanties. Als de zzp’er een overeenkomst heeft met de intermediair die aangemerkt wordt als (fictieve) dienstbetrekking door de Belastingdienst, heeft dat ook gevolgen voor de inzet in jouw woningcorporatie.

Inventariseer hoeveel zzp’ers worden ingehuurd, in welke organisatieonderdelen, welk type opdrachten zij doen en hoe zij ingebed zijn in de organisatie. Zo krijg je zicht op de knelpunten of vraagstukken waarvoor zzp’ers worden ingezet. 

Beoordeel alle overeenkomsten met iedere zzp’er

Maak een lijst van alle lopende overeenkomsten met iedere zzp’er. Beoordeel iedere overeenkomst. Is er mogelijk sprake van een (fictief) dienstverband? Hiervoor kun je gebruikmaken van de door de Belastingdienst ontwikkelde webmodule.

De vragen uit de webmodule gaan onder andere over: geen werkgeversgezag, in hoeverre mag de zzp’er zich laten vervangen, de duur van de opdracht, levert de zzp’er kennis die niet in de eigen organisatie aanwezig is, hoe presenteert de zzp’er zich naar buiten, heeft de zzp’er meer opdrachtgevers, wie is aansprakelijk.

De uitkomst van deze vragenlijst biedt geen garanties. Het geeft je wel een goed inzicht in en overzicht van mogelijke risico’s.

Let op! Huur je een zelfstandige in die zelf een B.V. heeft?  Dan kan er ook sprake zijn van een (fictieve) dienstbetrekking. Alleen als er naast deze persoon andere aandeelhouders zijn in zijn B.V. en er een derde partij is die gezag kan uitoefenen over deze persoon is er mogelijk sprake van detachering en heeft de Wet DBA geen invloed.

Pas je beleid aan

Nu je weet op welke punten zzp-overeenkomsten risicovol zijn, op welke plekken in de organisatie deze zzp’ers zitten en welk type opdrachten zij doen, krijg je een beeld van het totaal. Maak een voorstel voor nieuw beleid op basis van dit beeld. 

  • Voor welk type opdrachten is het wenselijk en zonder risico om zzp’ers in te huren.
  • Voor welk type opdrachten is het niet (meer) mogelijk om zzp’ers in te huren.
  • Voor welk type opdrachten is inhuur van zzp’ers wel mogelijk als de opdracht anders wordt geformuleerd en de praktijk anders wordt ingericht.

Leg dit beleid goed vast en vertaal het naar de (administratieve) bedrijfsprocessen. Zo kun je de Belastingdienst laten zien hoe jouw woningcorporatie omgaat met de inhuur van zzp’ers.

Bepaal wat je met lopende overeenkomsten doet

Bepaal hoe je omgaat met lopende overeenkomsten met zzp’ers die eindigen na 1 januari 2025 en die mogelijk beoordeeld zullen worden als een (fictieve) dienstbetrekking. Beëindig risicovolle overeenkomsten als je geen financieel risico wilt lopen. Zoek alternatieven voor de invulling van de functies/werkzaamheden die door deze zzp’ers worden verricht. Of maak nieuwe afspraken over de opdracht en de manier waarop de zzp’er deze uitvoert in de praktijk.

Misschien wil een zzp’er best in loondienst komen. Vaak kan dat financieel aantrekkelijk zijn. Het helpt als je het totale arbeidsvoorwaardenpakket conform de CAO Woondiensten, jullie eigen personeelsregelingen en het pensioen van SPW goed uitlegt en doorrekent en vergelijkt met het inkomsten- en kostenplaatje (verzekeringen, reiskosten, pensioen, onbetaalde vakantie) dat de zzp’er nu heeft. 

Welke risico’s loopt de organisatie?

Is er naar het oordeel van de Belastingdienst na 1 januari 2025 toch sprake van een (fictieve) dienstbetrekking met een zzp’er die door jouw organisatie wordt ingehuurd dan heeft dit de volgende consequenties:

  • De Belastingdienst en het UWV zullen een naheffing voor de loonheffing en werknemersverzekeringen opleggen aan de opdrachtgever (loonbelasting, premies volksverzekeringen, werknemersverzekeringen, bijdrage Zorgverzekeringswet)
  • De loonbelasting en premies volksverzekeringen mag je doorbelasten naar de zzp’er als dit is opgenomen in de overeenkomst. De zzp’er kan dit via een herziening van de aangifte Inkomstenbelasting met de Belastingdienst verrekenen zodat hij niet dubbel wordt belast.
  • De naheffing van premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW mag de opdrachtgever niet verhalen op de zzp’er. Dit is wettelijk bepaald. Reken op ongeveer 20-25% extra kosten.
  • De Belastingdienst kan daarnaast nog een boete opleggen als er sprake is van opzet of grove schuld (ook het in stand houden van situaties van schijnzelfstandigheid) of als de opdrachtgever niet tijdig of onjuist aangifte doet.

Op 7 september heeft het kabinet in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat de Belastingdienst in 2025 nog geen vergrijpboetes zal opleggen als organisaties kunnen bewijzen dat zij stappen zetten tegen schijnzelfstandigheid. Verzuimboetes (niet nakomen van aanwijzingen van de Belastingdienst) kunnen wel worden opgelegd in deze situaties.

Lees het bericht van de Rijksoverheid voor meer informatie.

Toekomstige wetgeving: Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Het concept wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet VBAR) is in juni 2024 door de minister naar de Raad van State gestuurd. Na advies van de Raad van State gaat dit wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Het is de vraag of de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2026 gehaald zal worden.

De nieuwe wet kijkt:

  1. Naar indicaties die wijzen op werken als werknemer (werkinhoudelijke en organisatorische sturing). 
  2. Daarna naar indicaties die wijzen op werken als zelfstandige (werken voor eigen rekening en risico). 
  3. En alleen als deze indicaties in gelijke mate aanwezig zijn geven de kenmerken van de zzp’er die wijzen op ondernemerschap (zoals meer opdrachtgevers per jaar, investeren in acquisitie) de doorslag. 

Als de indicaties bij punt 1 meer aanwezig zijn dan die bij punt 2 dan wordt de arbeidsrelatie gezien als een arbeidsovereenkomst. Zijn de indicaties bij punt 2 duidelijk meer aanwezig dan is er sprake van zelfstandigheid.

Interim opdrachten

De Wet VBAR zal zeker gevolgen hebben voor interim opdrachten waarbij tijdelijk een bestaande functie in de woningcorporatie wordt ingevuld door een zzp’er en waar de indicaties bij punt 1 dus duidelijk meer aanwezig zijn. In de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel wordt de situatie van een interim manager als voorbeeld genoemd.

Heb je toch een interim oplossing nodig? Dan kun je de indicaties bij punt 1 proberen aan te passen in de opdracht en in de praktijk (een duidelijke opdracht met resultaatverplichting, geen instructies, geen gezag, geen controle, etc) maar dat zal vaak lastig blijken. Inhuur op basis van detachering of een tijdelijke arbeidsovereenkomst zijn dan mogelijke alternatieven. 

Lees meer over