Onderzoek
De Autoriteit woningcorporaties (Aw) deed onderzoek naar 68 gevallen van vastgoedbezit van bestuurders (13) en commissarissen (55) van woningcorporaties. In het overgrote deel oordeelde de Aw dat de RvC’s voldoende hebben onderbouwd dat het vastgoedbezit niet nadelig is voor de woningcorporaties. Er werden voldoende maatregelen genomen om (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen. Ook beoordeelde de Aw of de corporaties hierover transparant verantwoorden in hun jaarverslag.
In 10 gevallen vertrok een commissaris en enkele bestuurders hebben vastgoed afgestoten. In een beperkt aantal casussen volgde de Aw de conclusie van de RvC niet. In die gevallen heeft de toezichthouder aanvullende acties gevraagd. Bij enkele corporaties zijn die nog onderwerp van gesprek.
Aw: vertrouwen dat corporaties belangenverstrengeling voorkomen
De Aw concludeert dat het zelfregulerend vermogen van de corporatiesector over het algemeen voldoende is. Het intern toezicht door RvC’s werkt voldoende bij de herbeoordeling van vastgoedbezit van bestuurders en commissarissen. De Aw heeft daarom vertrouwen in de stappen die de sector zelf zet om (de schijn van) belangenverstrengeling nu en in de toekomst te voorkomen.
De toezichthouder kan steekproefsgewijs het vastgoedbezit beoordelen om vast te stellen dat dit vertrouwen gerechtvaardigd blijft. Eerder publiceerde de Aw 5 aanbevelingen ter voorkoming van (de schijn van) belangenverstrengeling en voor verdere professionalisering van de sector. Uiterlijk begin mei volgt een aangepast formulier om de meldplicht over de mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling te verduidelijken.
Lees er meer over in het bericht van de Autoriteit woningcorporaties