Taskforce Nieuwbouw: Alle hens aan dek om bouw 150.000 sociale huurwoningen waar te maken

Persbericht Persbericht · 13 juni 2022
Expert
Jessica van Eijs
Belangenbehartiger

Ondanks de ambities loopt de voortgang van de nieuwbouw van 150 duizend sociale huurwoningen om allerlei redenen achter op de planning. Dat is onacceptabel, want veel mensen zijn op zoek naar een betaalbaar huis. De woningnood is hoog en volkshuisvesting moet weer hoogste prioriteit krijgen. Overheden, corporaties en marktpartijen moeten wederkerige afspraken maken om bouwprojecten met sociale huurwoningen te versnellen. Dat stelt de Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties in haar voorjaarsrapportage.

‘Handen ineen slaan’

Het ministerie van BZK, VNG, IPO en Aedes werken samen in de Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties. ‘We constateren allerlei knelpunten, de woningnood is een veelkoppig monster’, zegt Taskforce-voorzitter Staf Depla. ‘Gelukkig zien we verbeterpunten zoals de afschaffing van de verhuurderheffing, conceptuele bouw en de Nationale Bouw- en Woonagenda. Maar we moeten nóg meer de handen ineen slaan.’ Gebaseerd op praktijkcasussen doet de Taskforce aanbevelingen voor regio, rijk en corporaties.

Nieuwbouw sociale huurwoningen loopt achter op planning

De Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties ondersteunt gemeenten en woningcorporaties bij de bouw van 150 duizend sociale huurwoningen en 10 duizend tijdelijke woningen. Het is de bedoeling dat die voor eind 2025 gerealiseerd zijn. De voortgang blijft vooralsnog echter achter op die planning. Voor 72% van de nog te bouwen woningen is er nog geen onherroepelijke omgevingsvergunning. Daardoor kan de bouw niet starten en zijn opleverdatum of zelfs realisatie onzeker.

De urgentie is groot en de praktijk weerbarstig

Uit praktijkcases zijn de volgende gemeenschappelijke knelpunten naar boven gekomen.

  • Er zijn tekorten aan zowel locaties als mensen, middelen en materialen.
  • Procedures bij gemeenten, omgevingsdiensten en nutsbedrijven kosten veel tijd, bezwaarprocedures kunnen het proces met jaren verlengen.  
  • Veel en veranderende eisen maken projecten onhaalbaar.  
  • Corporaties zijn vaak afhankelijk van gemeenten of ontwikkelaars om sociale huurwoningen te kunnen bouwen (grondbeleid, grondprijzen, anterieure overeenkomsten).
  • De korte exploitatietermijn maakt het moeilijk tijdelijke woningen rendabel te maken.
  • Conceptuele bouw heeft nog geen vleugels gekregen.

Lees verder onder quote

De woningnood is een veelkoppig monster
Staf Depla
Staf Depla
voorzitter Taskforce Nieuwbouw Woningcorporaties

‘Handen ineen slaan om achterstand in te lopen’

Goede voorbeelden en praktische oplossingen zijn er gelukkig ook, met name in gebieden waar gemeenten en woningcorporaties goed samenwerken. Succesfactoren zijn een gedeeld gevoel van urgentie, eigenaarschap, voldoende kennis en kunde, creativiteit en onderling vertrouwen.

Voorzitter Staf Depla: ‘Ik heb er vertrouwen in dat we de achterstand gaan inlopen. Als we tenminste inzien dat de woningnood een crisis is die we als crisis moeten behandelen. En dat het om een inspanning gaat die een lange adem vergt. Laten we daarom de handen ineenslaan, vanuit de kracht van publiek-private samenwerking waarin gemeenten, woningcorporaties en marktpartijen de moeite doen elkaar te begrijpen. Dit betekent dat we moeten stoppen om de problemen bij de ander aan te wijzen en moeten beginnen om de oplossing bij onszelf te zoeken.’  

Volkshuisvesting moet hoogste maatschappelijke prioriteit zijn

De Taskforce ziet mogelijkheden om in alle fasen van een bouwproject tijdswinst te boeken en de bouw van sociale huurwoningen vlot te trekken. Nu duurt het gemiddeld 10 jaar om van initiatief naar woning te komen. Als volkshuisvesting weer de hoogste prioriteit krijgt, moet dat sneller kunnen. Vooral in de besluitvormings- en planvormingsfase is jaren winst te behalen. Krachtenbundeling helpt om binnen de beperkingen beter te plannen en sturen. De Taskforce komt met 3 aanbevelingen om nieuwbouwprojecten te versnellen:

  1. Stuur op resultaat: overheden, corporaties en marktpartijen moeten concrete en wederkerige afspraken maken over sociale woningbouw en wat ervoor nodig is om er zo snel mogelijk voldoende te bouwen. Opleveringsdata en planningen horen onderdeel te zijn van deze afspraken.
  2. Zet de beperkte capaciteit optimaal in en vergroot professioneel inzicht. Dan kunnen oplossingen in grondbeleid, ruimtelijke ordening, samenwerking en bouwtechniek benut worden. Een landelijk expertiseprogramma kan gemeenten en woningcorporaties houvast geven in het bouwproces.
  3. Onderzoek ‘institutionele belemmeringen’ en los deze op. Een gezamenlijke aanpak stuit vaak op tegenstijdigheden in wet- en regelgeving. En het ontbreekt bijvoorbeeld nog aan instrumentarium wat ingezet kan worden als partijen niet in actie komen. Dergelijke systeemvraagstukken moeten bovenlokaal worden aangepakt.