De bewoners moeten elkaar natuurlijk nog leren kennen, vertelt Mariëlle Heuvelmans, manager Leefbaarheid bij Talis. ‘Dat gebeurt nu vooral binnen de afzonderlijke 3 groepen. De ouderen drinken elke ochtend samen koffie in hun ontmoetingsruimte: een gemeenschappelijke woonkamer waar je gezamenlijk activiteiten kunt organiseren. Zo hebben de bewoners zelf een openingsborrel georganiseerd, waarvoor ze ons ook uitnodigden.’
Wat willen bewoners zelf?
‘Wij maken vooral de fysieke ontmoeting mogelijk. Door de ontmoetingsruimtes zo in te richten dat contact gestimuleerd wordt. En we ontwerpen nu samen met de oudere ‘reguliere’ huurders hun gemeenschappelijke tuin. Ook maken we een looppad rond het hele gebouw.’
Talis probeert het onderlinge contact tussen de bewoners ook via een sociale aanpak te stimuleren. ‘Door zichtbaar aanwezig te zijn. Dat doet mijn collega Dorothée Jansen bijvoorbeeld. Zij gaat daarvoor vooral met bewoners in gesprek en luistert goed naar hen. Wat willen ze zelf?’
Verbonden blijven met de samenleving
Voor alle bewonersgroepen is er een gezamenlijke nieuwsbrief met weetjes over wat er allemaal in Aaron gebeurt. En er is een soort Marktplaats. Daar zie je bijvoorbeeld oproepjes van ouderen van ZZG die een wandelmaatje zoeken.
Talis en ZZG betrekken ook de buitenwereld bij het stimuleren van de sociale interactie, vertelt Heuvelmans. ‘De Hogeschool HAN helpt bijvoorbeeld bij het inrichten van de ontmoetingsruimte. En welzijnsinstelling Club Goud denkt mee hoe ouderen verbonden blijven met de samenleving.’
Samen spelletjes spelen
Het is ambitieus, erkent Heuvelmans, het idee dat deze 3 groepen mensen iets voor elkaar kunnen betekenen. Dat bewoners naar elkaar omkijken, elkaar helpen. En zo mogelijk vereenzaming kunnen voorkomen en langer zelfstandig kunnen wonen.
‘We weten ook nog niet of dat echt zo gaat werken. Uiteindelijk bepalen de bewoners zelf hoe ze met elkaar willen samenleven. Maar de jongvolwassen van Majstro hebben onze oudere huurders al uitgenodigd om spelletjes met hen te spelen. Daar stond ik toch even van te kijken. Die jongeren vormen zelf een intieme groep en zij nemen nu al het initiatief voor contact met anderen. Dat heeft me echt geraakt.’