Verduurzaming

Strategisch duurzaamheidsbeleid corporatie vormgeven

Aandachtspunten strategisch duurzaamheidsbeleid

In het strategisch duurzaamheidsbeleid kunnen corporaties aandacht schenken aan de volgende punten:

  1. Energievraag van de woningen terugdringen door bijvoorbeeld isolatie en energiezuinige installaties. Hoe meer bespaard; hoe kleiner de energievraag.
  2. Bewoners betrekken bij verduurzaming van hun huizen. Draagvlak is een cruciale voorwaarde voor de verduurzaming.
  3.  Stimuleren van energiezuinig gedrag van huurders, onder andere door voorlichting.
  4. Duurzame energie op of aan de woning opwekken, bijvoorbeeld met zonnepanelen.
  5. Resterende energievraag invullen met CO2-neutrale middelen, bijvoorbeeld met duurzame warmtenetten.
  6. Steeds meer corporaties nemen circulariteit in hun duurzaamheidsbeleid op: zij streven ernaar dat alle te gebruiken grondstoffen en materialen zo duurzaam mogelijk zijn en geschikt zijn voor hergebruik.

Betaalbare huren

Ondertussen blijft het betaalbaar houden van de huren een kerndoelstelling voor corporaties. De energetische maatregelen moet een corporatie daarom minimaal woonlastenneutraal doorvoeren: de bijdrage van de huurder via een verhoging van de huur of van de servicekosten mag niet hoger zijn dan de reële besparing op de energierekening.

Routekaart CO2-neutraal

In de Aedes-Routekaart CO2-neutraal 2050 hebben corporaties hun verduurzamingsopgave op strategisch vlak uniform in beeld gebracht aan de hand van vier scenario’s.

  1. Maximaal isoleren binnen de bestaande schil
  2. Extra isoleren bovenop de mogelijkheden van de bestaande schil
  3. Maximaal isoleren plus zonnepanelen en eventueel lage temperatuurverwarming
  4. Toevoegen van extra maatregelen aan tweede scenario voor het opwekken van de resterende energiebehoefte. Hierdoor ontstaat een nul-op-de-meter-woning.

Realiseren door samenwerking

Het realiseren van een CO2-neutrale energievoorziening van de sociale huurwoningen kan een corporatie niet alleen. Dit vraagt om samenwerking met meerdere partijen op meerdere terreinen. Bijvoorbeeld:

  • Met andere corporaties in de regio mogelijkheden onderzoeken om verduurzamingsprojecten gezamenlijk te plannen. Bijvoorbeeld door vraagbundeling van warmtepompen en isolatiemaatregelen. Deze opschaling stimuleert marktpartijen tot innovatie en kostenreductie.
  • Uiteindelijk moeten alle gemeenten van het gas af. Daarvoor moeten gemeenten een wijkgerichte Transitievisie Warmte opstellen. Een corporatie kan hierover samen met andere corporaties uit de gemeente(n) in gesprek gaan. De toekomstige warmtebronnen in de wijken zijn immers van invloed op het strategisch duurzaamheidsbeleid van de corporatie(s).
  • Bij het maken van prestatieafspraken kunnen huurdersorganisaties, corporaties en gemeenten een gezamenlijke ambitie uitwerken. Hierin kan ook vastgelegd worden dat de gemeenten hun Transitievisie Warmte samen met corporaties en netbeheerders ontwikkelen.
  • Met netbeheerders en energieleveranciers samen plannen maken over het aansluiten van duurzame warmtenetten.