Gerda Hullegien – manager Wonen (Woongroen, Zeist):
Tot nu toe zijn de kaarten ter informatie gedeeld en besproken met onze interne wijkteams. Maar ik heb ze ook gedeeld met diverse medewerkers van de gemeenten Zeist en De Bilt (het werkgebied van Woongroen) waarmee we in een buurtaanpak in een aantal wijken samenwerken of bezig zijn om de samenwerking vorm te geven.
Marieke Douma – procesregisseur Gebiedsontwikkeling (WBO wonen, Oldenzaal):
In een gezamenlijk team met gemeente, welzijnsorganisatie, maatschappelijk werk organisatie hebben we een proces van verdiepende analyse doorlopen. En hebben we in samenwerking met de wijkconsulenten gefietst langs de gebieden waar de ontwikkeling niet positief is.
Daarna hebben we de stad in 4 stukken verdeeld en onder begeleiding van Circusvis een gebiedsatelier met professionals uit de wijk gehouden (wijkconsulenten, onderhoudscollega’s, woonconsulenten, wijkverpleging, wijkagent, scholen, kinderopvang, maatschappelijk werkers handhaving etc.). Een paar maanden later heeft Circusvis een beleidsatelier met beleids- en programmamakers georganiseerd. Hierbij is een beleidsinventarisatie van Oldenzaal gemaakt rondom de 4 handelingsperpectieven (Leefomgeving, woningprogramma, sociale aanpak en woning gebruik) en hebben de samenwerkende partners de 4 stadsdelen beoordeeld op de status en in hoeverre het huidige beleid aansluit bij de opgaven in de wijken.
Aansluitend zijn we als team in gesprek gegaan met huurders in de wijk over het wonen, over het leven in de wijk, de zelfredzaamheid om hen heen, en de behoeften van inwoners. Dit heeft per wijk een gebiedsperspectief opgeleverd en een lijst acties en prioritering voor de 4 handelingsperspectieven. Bijvoorbeeld het gezamenlijk aanpakken van drugsdealplekken door politie, welzijn en samen met wijkbewoners.
Bob Zwier - gebiedsmanager bij de Alliantie:
Wij gebruiken de kaarten meestal binnen ons gebiedsteam in aanloop naar het opstellen van onze leefbaarheidsbudgetten. De kaarten geven een indicatie wat wij weer aanvullen met de input vanuit de praktijk, van collega's die actief zijn in de wijken en complexen. Je krijgt dan wel de reactie dat de informatie die de kaarten geven verouderd is ten opzichte van de geluiden uit de praktijk, maar zoals ook bij andere databronnen, leggen wij uit dat je deze altijd goed moet wegen tegen elkaar. Dat is sowieso een thema bij ons nu we meer gebruik maken van data.
Intern hebben wij soms ook sessies waarbij we meer gebiedsoverstijgend kijken naar een regio of gemeente. De diverse kaarten helpen dan om een totaalbeeld te geven. Dat helpt in het gesprek over de verschillen in een regio of stad en kan je een gesprek voeren over de verdeling van inzet, prioriteitsgebieden etc. Dat kon al met de bestaande kaarten; de focuskaart vult dat mooi aan.
Extern voeren wij het gesprek met de gemeente en een wijkteam. Dat kan zijn in aanloop naar het opstellen van onze leefbaarheidsbudgetten, het leefbaarheidsbudget van de gemeente of als ondersteuning bij uitwerken van een project, zoals een achter-de-voordeur aanpak. Ik merk dat deze externe partners 'makkelijk' naar de kaarten kijken en interpreteren omdat zij ook werken met de Leefbaarometer en andere inzichten.