Conceptueel bouwen: sneller meer woningen van kwaliteit

Nieuws 8 januari 2025
Experts
Maarten Georgius
Adviseur opdrachtgeverschap
Jonne Siemens
Adviseur Nieuwbouw en Verduurzaming

Sneller woningen bouwen, van goede kwaliteit: conceptueel bouwen kan daaraan bijdragen. Dat vinden ze in ieder geval bij Wonen Limburg, waar conceptueel bouwen steeds normaler wordt. 

‘De tijden dat Limburg een krimpregio was, zijn voorbij’, vertelt Haico Offermans, manager publieke waarden bij Wonen Limburg en nauw betrokken bij de opzet van flexwonen. ‘Het is daarom noodzakelijk dat we snel nieuwe woningen bouwen. Conceptueel bouwen helpt daarbij.’ Traditionele woningbouw kost veel tijd. In een fabriek kan er sneller gebouwd worden dan op een bouwplaats, waar je rekening moet houden met bijvoorbeeld weersomstandigheden.

Sneller, goedkoper, duurzamer en hoge kwaliteit

Er is bijna geen enkele bouwer die niet meer werkt met conceptueel bouwen, vertelt Ieke Selen van bouwbedrijf Tala. Het gaat sneller, efficiënter en de kwaliteit is hoog. Doordat je werkt met doordachte concepten zijn de faalkosten vele malen lager dan bij traditionele bouw. Ook de milieu-impact is lager: in een fabriek kun je makkelijker ‘all-electric’ werken dan op een bouwplaats. En je hebt niet te maken met overschrijding van stikstofnormen.’ 

Snelheid zit ‘m ook in het vergunningentraject: corporaties en bouwbedrijven streven naar een situatie waarin het uiteindelijk voldoende is eenmalig het hele vergunningentraject te doorlopen voor een bepaald type woning, onafhankelijk van de locatie. Offermans: ‘Stel we zetten bepaalde woningen in Sittard neer, dan kunnen we die, wanneer gewenst, onder dezelfde vergunningsvoorwaarden in een buurgemeente plaatsen. Hierdoor hoeven we niet alle processtappen opnieuw te doorlopen.’ 

Betrek omwonenden

Sneller bouwen kan voor de buitenwereld soms overkomen als een té ingrijpende aanpak, met minder oog voor de omgeving, legt Offermans uit. ‘Daarom gaan Wonen Limburg en de betrokken gemeente altijd eerst in gesprek met omwonenden.’ Ook Selen vindt dat je omwonenden moet betrekken bij bouwplannen: ‘Als je daarvoor open staat, heb je minder te maken met bezwaarprocedures. Dat scheelt een hoop tijd. Vanuit de wet moet je omwonenden sowieso laten participeren. Daarnaast geloven wij heel sterk dat dit werkt. Als je omwonenden een kant en klaar concept onder de neus duwt, vraag je om problemen.’ Voer vooral het juiste gesprek met elkaar.

In de gesprekken met omwonenden moet je wel van tevoren duidelijk stellen wat al vast ligt. Zoals in Sittard, waar Wonen Limburg met Tala dit jaar flexwoningen heeft geplaatst. De gemeente had al vastgesteld dat er op bepaalde locaties flexwoningen zouden komen, deels bestemd voor Oekraïners. Offermans: ‘Maak duidelijk waar ruimte zit voor inspraak en wek geen valse verwachtingen.’ 

Variatie en kwaliteit

Offermans hoort nogal wat vooroordelen over conceptueel bouwen. ‘Men heeft het over fabriekswoningen of eenheidsworst. Terwijl conceptueel bouwen in feite een manier van bouwen is, met een kwalitatief goed eindproduct. Voor deze woningen gelden immers dezelfde eisen als voor woningen die op de traditionele manier zijn gebouwd.’ Die negatieve beeldvorming is volgens Selen ook een reden dat opdrachtgevers nog huiverig zijn voor de overstap naar conceptueel bouwen: ‘Conceptueel bouwen wil niet zeggen dat alle woningen er hetzelfde uitzien. Voor elke opgave gelden specifieke eisen, vanuit de woningcorporatie of bijvoorbeeld de commissie welstand. Daarop passen wij onze concepten aan. Dat is ook de manier waarop wij willen werken, je wilt niet door heel Nederland precies dezelfde huizen. Woningen moet je inpassen in de omgeving.’   

Urgentie

Om deze manier van bouwen te stimuleren, zou het helpen als er vanuit het Rijk meer ruimte komt, stelt Selen. ‘Bijvoorbeeld door MPG-eisen aan te passen. Er is een enorme urgentie, dat ziet de overheid ook. Maak conceptueel bouwen makkelijker.’ Offermans voegt daaraan toe: ‘Ik denk dat we het met elkaar kunnen. We hebben duidelijke afspraken: gemeenten zorgen voor locaties, woningcorporaties zorgen voor de woningen en provincies en gemeenten zorgen voor stroomlijning in vergunningenprocedures. Als we elkaar daar aan houden, kunnen we het conceptueel bouwen nog verder versnellen.’

Lees meer over