Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waaronder wonen valt, heeft uitgebreid overleg gevoerd met de Autoriteit woningcorporaties (Aw), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en Aedes over de aanpassing van de regels. Ollongren heeft de resultaten hiervan opgesomd in een brief aan de Tweede Kamer met beleidsvoornemens die uiteindelijk in wetgeving terechtkomen.
De belangrijkste voorgestelde wijzigingen zijn:
- Saneringssteun wordt een ‘ultimum remedium’ gericht op behoud van de noodzakelijke DAEB-activiteiten.
- Er komt een snellere fase signalering en oplossing van problemen in de sector (voorkomen is beter dan genezen).
- Er komt een onafhankelijke, deskundige commissie die duidelijkheid moet bieden over de omvang van noodzakelijke Diensten van Algemeen en Economisch Belang (DAEB) en de mate waarin oplossingen in de regio financieel haalbaar zijn. Aedes kan de commissie adviseren.
- Aw en WSW krijgen de mogelijkheid te werken aan een vroegtijdige regionale oplossing.
- Mocht die niet toch niet mogelijk zijn, terwijl er toch een financiële redding nodig is, dan kán, als sluitstuk, saneringssteun volgen.
- Saneringssteun komt er alleen als het echt nodig is, bijvoorbeeld als een overnemende partij het vastgoed anders niet kan betalen.
De minister wil ervoor zorgen dat:
- er sneller een oplossing komt voor de huurders
- er in een eerder stadium duidelijkheid komt voor gemeenten
- de kosten van sanering voor de corporatiesector als geheel zo laag mogelijk blijven
Ollongren wil een duidelijk stelsel voor alle partijen zoals woningcorporaties en gemeenten. Bovendien kunnen financiers dan eerder meewerken aan een oplossing. Een grotere rol voor de regio past bij het uitgangspunt van de Woningwet dat de volkshuisvestelijke verantwoordelijkheid zo veel mogelijk lokaal ligt.
Aanleiding
Sinds de wijziging van de Woningwet in 2015 hebben twee corporaties een saneringsaanvraag gedaan (Humanitas en Woonstichting Geertruidenberg (WSG)). Voor de volkshuisvestelijk gewenste oplossing voor de financiële problematiek van Stichting Humanitas Huisvesting werd geen saneringssteun uitgetrokken. Voor het voortzetten van de noodzakelijke DAEB-activiteiten van WSG was wel gedeeltelijk saneringssteun noodzakelijk.
In beide gevallen hebben corporaties in de regio de volkshuisvestelijke activiteiten overgenomen en is het WSW voor een aanzienlijk deel van de financiële verliezen aangesproken op de borgstelling. Na deze eerste ervaring met de aanvragen voor saneringssteun had de minister behoefte aan onderzoek naar een verduidelijking van de wet zonder complete stelselherziening. Dat leidde tot bovenstaande verbetervoorstellen.