Deze conclusie staat in de evaluatie van de Wet eenmalige huurverlaging, die minister Mona Keijzer (VRO) op 14 april 2025 naar de Tweede Kamer stuurde.
Langere huur maar ook minder huurtoeslag
De huur van bijna 600.000 huishoudens met lagere inkomens (inkomen tot 120% minimumloon) werd in 2023 verlaagd naar € 575 per maand. De maatregel gold alleen voor huurders bij woningcorporaties.
De evaluatie laat echter zien dat het grootste deel van de huurverlaging netto niet bij de huurders terecht kwam. De huur werd gemiddeld € 56 per maand lager, maar in de praktijk hielden huurders er gemiddeld niet meer dan € 24 per maand over. Oorzaak daarvan is dat ze ook minder huurtoeslag ontvingen. Door de maatregel daalde wel de gemiddelde huurquote (het percentage van het inkomen dat naar huur gaat) bij deze huurders van 24% naar 21%.
Minder investeringsruimte corporaties
De huurverlaging zorgde er tegelijkertijd voor dat de huurinkomsten voor woningcorporaties op jaarbasis daalden met bijna € 400 miljoen. Hun leencapaciteit nam volgens berekeningen van het ministerie zodoende met € 8,3 miljard af. Daardoor hebben corporaties minder geld voor investeringen in nieuwbouw, verduurzaming en leefbaarheid.
