Kleinere groep met betaalrisico's
De belangrijkste conclusies uit het onderzoek van ABF zijn:
- Betaalrisico’s komen nu minder vaak voor bij huishoudens die in een huis van een corporatie wonen, maar daar staat tegenover dat het tekort bij de getroffen huishoudens nog steeds aanzienlijk is. Huishoudens met een betaalrisico komen nu zo'n € 200 per maand tekort.
- Een betaalrisico betekent niet dat huurders hun huur niet betalen.
- Bijna alle huurders met een betaalrisico hebben een laag inkomen. Grote gezinnen hebben het hoogste percentage betaalrisico's: 29%. Maar ook kleinere gezinnen en éénouder-gezinnen hebben vaker dan gemiddeld betaalrisico's.
- Huurders met een betaalrisico hebben gemiddeld lagere inkomens en hogere andere uitgaven. Deze componenten zijn meer doorslaggevend dan de huurprijs.
- De afname van het aantal huurders met inkomensproblemen is te danken aan het stijgen van de inkomens, verhoging van de huurtoeslag en van maatregelen in het huurbeleid (huurbevriezing 2021 en eenmalige huurverlaging bij laagste inkomens in 2023).
Effecten maatregelen
ABF onderzocht ook welke maatregelen, die de laatste jaren zijn genomen om betaalrisico’s van huishoudens te verminderen, het meest effectief zijn geweest. Dit zijn:
- Verhoging van de bijstand had het grootste effect, daarmee daalde het aandeel met meer dan 1%. Bij de huishoudens die afhankelijk zijn van bijstand, halveert het aandeel huurders met een betaalrisico (van 22% naar 11%). Deze maatregel is het meest gericht en komt vooral terecht bij huishoudens die een betaalrisico hebben.
- Verhoging van de huurtoeslag leidde tot een daling van het aandeel huurders met een betaalrisico van 0,7%.
- Matiging van de huurverhoging had een kleiner effect, namelijk een daling van 0,5%.
Inkomensverbetering effectiever dan huurbevriezing
Hoewel het aantal afneemt, zijn huurders met betaalrisico’s nog steeds een serieuze zorg, stelt Aedes. Er zijn nog altijd meer dan 150.000 huishoudens in corporatiewoningen met ernstige betaalrisico’s. Woningcorporaties helpen huurders met maatwerkoplossingen als ze problemen hebben hun huur te betalen. Dat kan bijvoorbeeld een betalingsregeling zijn of een verwijzing naar schuldhulpverlening.
Maar wat Aedes betreft is een structurele aanpak van betalingsrisico’s belangrijker. Het onderzoek laat zien dat de huur niet de belangrijkste oorzaak is. Het effect van maatregelen in het huurbeleid bleek de afgelopen jaren beperkt, vooral omdat die meestal generiek en ongericht waren. Dat zal ook het geval zijn bij de huurbevriezing die nu wordt voorgesteld. Verbetering van de inkomens van huurders, bijvoorbeeld via de bijstand, is veel gerichter en doelmatiger om betaalrisico’s tegen te gaan.
Over het onderzoek
ABF Research deed in opdracht van Aedes onderzoek naar betaalrisico’s onder huurders van woningcorporaties. Een huishouden heeft een betaalrisico als het huishoudinkomen niet genoeg is om de noodzakelijk geachte uitgaven om te leven te kunnen betalen. Ook heeft ABF bekeken welke effecten verschillende maatregelen hebben op die betaalrisico’s.