Overslaan en naar de inhoud gaan Skip naar footer Skip naar zoeken Skip naar menu

Minder huurders met betaalrisico’s, maar kleinere groep is kwetsbaar

Experts
Jeff van As
Belangenbehartiger
Foto van Rob Ravestein
Belangenbehartiger

Het aantal huurders van woningcorporaties, met een betaalrisico is fors afgenomen. Vorig jaar had bijna 8% van de huurders in zelfstandige corporatiewoningen, zo’n 150.000 huishoudens, een betaalrisico. Dit blijkt uit onderzoek van ABF naar de betaalrisico’s in de corporatiesector anno 2024 en effecten van beleidsopties. In 2020 lag dat percentage nog op 18%. Het verhogen van bijstand of de huurtoeslag is veruit de meest effectieve maatregel om de groep met betaalrisico’s te helpen. Vanuit de Tweede Kamer klinkt de roep om een generieke huurbevriezing. In de ogen van Aedes is dit een ongerichte maatregel die vooral de staatskas spekt. 

Kleinere groep met betaalrisico's

De belangrijkste conclusies uit het onderzoek van ABF zijn: 

  • Betaalrisico’s komen nu minder vaak voor bij huishoudens die in een huis van een corporatie wonen, maar daar staat tegenover dat het tekort bij de getroffen huishoudens nog steeds aanzienlijk is. Huishoudens met een betaalrisico komen nu zo'n € 200 per maand tekort.  
  • Een betaalrisico betekent niet dat huurders hun huur niet betalen.
  • Bijna alle huurders met een betaalrisico hebben een laag inkomen. Grote gezinnen hebben het hoogste percentage betaalrisico's: 29%. Maar ook kleinere gezinnen en éénouder-gezinnen hebben vaker dan gemiddeld betaalrisico's.
  • Huurders met een betaalrisico hebben gemiddeld lagere inkomens en hogere andere uitgaven. Deze componenten zijn meer doorslaggevend dan de huurprijs.
  • De afname van het aantal huurders met inkomensproblemen is te danken aan het stijgen van de inkomens, verhoging van de huurtoeslag en van maatregelen in het huurbeleid (huurbevriezing 2021 en eenmalige huurverlaging bij laagste inkomens in 2023).

Effecten maatregelen

ABF onderzocht ook welke maatregelen, die de laatste jaren zijn genomen om betaalrisico’s van huishoudens te verminderen, het meest effectief zijn geweest. Dit zijn:

  • Verhoging van de bijstand had het grootste effect, daarmee daalde het aandeel met meer dan 1%. Bij de huishoudens die afhankelijk zijn van bijstand, halveert het aandeel huurders met een betaalrisico (van 22% naar 11%). Deze maatregel is het meest gericht en komt vooral terecht bij huishoudens die een betaalrisico hebben.
  • Verhoging van de huurtoeslag leidde tot een daling van het aandeel huurders met een betaalrisico van 0,7%.
  • Matiging van de huurverhoging had een kleiner effect, namelijk een daling van 0,5%.

Inkomensverbetering effectiever dan huurbevriezing

Hoewel het aantal afneemt, zijn huurders met betaalrisico’s nog steeds een serieuze zorg, stelt Aedes. Er zijn nog altijd meer dan 150.000 huishoudens in corporatiewoningen met ernstige betaalrisico’s. Woningcorporaties helpen huurders met maatwerkoplossingen als ze problemen hebben hun huur te betalen. Dat kan bijvoorbeeld een betalingsregeling zijn of een verwijzing naar schuldhulpverlening.

Maar wat Aedes betreft is een structurele aanpak van betalingsrisico’s belangrijker. Het onderzoek laat zien dat de huur niet de belangrijkste oorzaak is. Het effect van maatregelen in het huurbeleid bleek de afgelopen jaren beperkt, vooral omdat die meestal generiek en ongericht waren. Dat zal ook het geval zijn bij de huurbevriezing die nu wordt voorgesteld. Verbetering van de inkomens van huurders, bijvoorbeeld via de bijstand, is veel gerichter en doelmatiger om betaalrisico’s tegen te gaan.

Over het onderzoek

ABF Research deed in opdracht van Aedes onderzoek naar betaalrisico’s onder huurders van woningcorporaties. Een huishouden heeft een betaalrisico als het huishoudinkomen niet genoeg is om de noodzakelijk geachte uitgaven om te leven te kunnen betalen. Ook heeft ABF bekeken welke effecten verschillende maatregelen hebben op die betaalrisico’s.