Johan Remkes: ‘Wonen is een fundament van bestaanszekerheid’

Nieuws 8 februari 2024
Expert
Jolanda Maas
Manager Communicatie

Hoe moet een nieuw kabinet de wooncrisis in Nederland gaan oplossen? Tijdens de Aedes-lezing Waarde van wonen op 6 februari 2024 noemde Johan Remkes daarvoor 2 zaken van belang. Een stabiel investeringsklimaat met consistente politieke boodschappen en randvoorwaarden. En voortvarende locatiekeuze en -ontwikkeling door gemeenten en provincies. En moeten we daarnaast niet ook eens kijken naar hoe we het alleen-wonen door middel van subsidies maar blijven stimuleren? 

Waarde van Wonen 2024

Woonwaarden zijn Individueel én collectief

Een fatsoenlijk dak boven je hoofd is een fundament van sociaal beleid, zo je wilt van ‘bestaanszekerheid’, dat zei Johan Remkes tijdens de Waard van wonen-lezing. Hij verwees naar artikel 22 lid 2 van de Grondwet: Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid. Corporaties zijn belangrijke spelers op de woningmarkt en als zodanig belangrijke voertuigen om de publieke taak vorm te geven in het volkshuisvestingsbeleid. 

Voldoende woongelegenheid is kwantitatief bepaald. Wat Remkes betreft is wonen breder dan volkshuisvesting. En zijn woonwaarden  meer dan kwantiteit. Denk aan veiligheid, geborgenheid en privacy; om sociale en culturele identiteit in verscheidenheid. Maar ook om gezondheid. En het gaat steeds meer ook om ecologische kwaliteit. Kortom om individuele én collectieve waarden. 

Johan Remkes heeft op 6 februari 2024 de derde Aedeslezing Waarde van wonen gehouden. Wat is de impact van een fijne, veilige thuisbasis op ons welzijn?

Remkes heeft vele bestuurlijke functies bekleed. Zo was hij onder andere commissaris van de Koning in Noord-Holland en minister van BZK. Van 1998 – 2002 was hij staatssecretaris van VROM in het kabinet Kok II.

Remkes 2024

In 2000 leek Nederland wel ongeveer af

Remkes blikte terug naar eind vorige eeuw, begin deze eeuw. Het beeld toen was: Nederland is wel zo ongeveer af. Hij citeerde de nota Mensen, wensen, wonen (december 2000) : ‘In de ontwikkeling van de kwantitatieve woningbehoefte wordt ruimschoots voorzien door de huidige bouwplannen volgens Vinex (2000-2004) en Vinac (2005-2009). Het bestaande kwantitatieve woningtekort zal daardoor in de komende 10 jaar verdwijnen.’ Als disclaimer werd er aan toegevoegd: ‘Regionaal kan het beeld uiteraard verschillen.’ 

Hoe anders is de werkelijke situatie op dit moment op de woningmarkt. Naast inconsistenties en verkeerde keuzes in het overheidsbeleid, ziet Remkes dat we een stevige onderschatting hebben gemaakt van de bevolkingstoename en de voortgaande stijging van het aantal 1-persoons huishoudens. Gedaalde productiecijfers hebben het probleem verscherpt: bouwvakkers die in of na de financieel-economische crisis van 2008 de bouw gedwongen verlieten en een ‘functie elders’ vonden, personele knelpunten bij overheden en ontwikkelaars, stijgende prijseffecten en stikstof/pfas-hindernissen. En actueel: knelpunten in de energie-infrastructuur en kennelijk ook dreigende drinkwatertekorten.

Bouwen, bouwen, bouwen, maar niet alles kan overal

Wat staat ons te doen, vroeg Remkes zich af. Vanzelfsprekend: bouwen, bouwen, bouwen. Binnenstedelijk of buitenstedelijk? Ook een belangrijke vraag in de Contourennota Ruimte die oktober vorig jaar naar de Tweede Kamer is gestuurd als opmaat voor de nieuwe Nota Ruimte.

Volgens Remkes zou de vraag leidend moeten zijn waar de komende tijd behoefte aan is en wat mensen willen. Deels zal er in bestaand stedelijk gebied gebouwd moeten worden, zie ook de Novex-bouwlocaties.

Maar het soms op wensdenken gebaseerde uitgangspunt dat de totale opgave binnenstedelijk is te realiseren, zal niet helpen het tekort binnen een redelijke termijn in te lopen, zei Remkes. Grond-, plan- en proceskosten zijn binnenstedelijk hoger en ook de realisatie kost meer tijd. Soms – waar dat verantwoord kan – zullen ook buitenstedelijke locaties nodig zijn. 

Remkes en Van Rijn

Papieren werkelijkheid en wensdenken

Aedes heeft recent samen met heel veel andere partijen een aantal stappen gezet om de urgentie van de bouwopgave te onderstrepen en de realisering daarvan dichterbij te brengen. Remkes verwees noem onder andere naar de Actie-agenda Wonen (2021) en de Nationale Prestatieafspraken voor de volkshuisvesting (2022).

Remkes zei daarbij associaties te krijgen met de afspraken van langer geleden met de 20 grootste regio’s over onder meer nieuwbouw, meer groen, sloop en woningen voor ouderen. Remkes leek het is niet denkbeeldig dat er een ‘papieren werkelijkheid’ ontstaat van regionale woondeals, woonvisies en woonzorgvisies. 

Stabiel investeringsklimaat en een voortvarende locatiekeuze

Aan de aanbodkant zijn er stevige prestaties nodig de komende jaren. Remkes noemde daarbij 2 voorwaarden cruciaal. Ten eerste een stabiel investeringsklimaat met consistente politieke boodschappen en randvoorwaarden, zowel voor corporaties als voor de commerciële marktpartijen. En ten tweede voortvarende locatiekeuze en -ontwikkeling door gemeenten en provincies.

En ook vroeg Remkes zich af of we onze bestaande woningvoorraad niet beter kunnen benutten. Nederlanders wonen zeer ruim vergeleken met de rest van Europa. De Nederlandse systemen van toeslagen en uitkeringen stimuleren juist het alleen-wonen. Kortingen op AOW, huurtoeslag of bijstandsuitkering zijn in feite een straf op samenwonen. Bij het gesprek hierover spelen ook sociale overwegingen als mantelzorg en vereenzaming kunnen betrekken. Remkes vond dat we de discussie over dit thema tot dusver veel te weinig voeren.

Eerdere Waarde van Wonen-lezingen werden gehouden door Mariëtte Hamer als toenmalig voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, en Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam en voorzitter van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid.